Netbeheerder Stedin heeft in 2023 € 832 miljoen geïnvesteerd in haar gas- en elektriciteitsnetten. Dat is € 120 miljoen (+17%) meer dan het jaar ervoor. Dat schrijft het netwerkbedrijf in haar jaarverslag . Ook in 2024 versnelt Stedin haar investeringen. Dat voorkomt niet dat op steeds meer plekken het elektriciteitsnet vol zit. Stedin doet een beroep op consumenten, bedrijven en overheden om gezamenlijk de druk op het elektriciteitsnet te verminderen en optimaal gebruik te maken van duurzame energiebronnen.
In 2023 installeerde Stedin 266 nieuwe transformatorhuisjes en legde 892 kilometer aan kabels aan. Samen resulteerde dit in 513 megavoltampère aan extra capaciteit. Hiermee kun je alle woningen van een stad ter grootte van Rotterdam in één keer van elektriciteit voorzien. Ondanks deze inspanningen staan bij Stedin 1.100 grootverbruikers op de wachtlijst voor een nieuwe of zwaardere elektriciteitsaansluiting. Het aantal spanningsklachten verdubbelde: zo’n 3000 consumenten meldden bij Stedin dat met enige regelmaat de omvormer van de zonnepanelen uitviel, omdat de kabel in de straat rond het middaguur vol zat met zonnestroom.
Koen Bogers, CEO van Stedin: ,,Stedin trekt alles uit de kast om het elektriciteitsnet uit te breiden. Tot 2030 investeren we zeker € 8 miljard. Maar daarmee komen we er niet. Met name in de avondpiek, tussen 16.00 en 21.00 uur, en op zonnige voorjaars- en zomerdagen barst het net uit z’n voegen. Dit wordt een steeds groter maatschappelijk probleem. We vragen consumenten en bedrijven hun gedrag aan te passen en te bedenken wanneer ze veel elektriciteit nodig hebben. Voor consumenten start Stedin hiervoor 28 februari een bewustwordingscampagne. Het maakt namelijk uit wanneer je energie gebruikt. Als we ons gedrag aanpassen, kunnen netbeheerders meer capaciteit vrijmaken. Die kunnen netbeheerders dan gebruiken om bedrijven die op de wachtlijst staan, maar ook nieuwbouwwoningen en scholen, aan te sluiten.’’
Laadpaal uit in de avondpiek
Stedin stelt in haar jaarverslag dat ook gemeenten en provincies kunnen helpen door scherpe keuzes te maken om de capaciteit op het drukke elektriciteitsnet beter te benutten. Van alle capaciteit die Stedin tot 2030 op het net bijbouwt, gaat in sommige stedelijke gebieden 20% op aan het gebruik van laadpalen in de straat. Door te stoppen met laden in de avondpiek komt extra ruimte op het net beschikbaar. Voor iedere laadpaal die in de avondpiek uitstaat, kan Stedin grofweg één nieuwbouwwoning extra aansluiten. Dit kan uiteindelijk oplopen tot extra ruimte voor de bouw van 45.000 woningen in een hele provincie.
Het laden van auto’s rond etenstijd is lang niet voor iedereen nodig. Dat kan ook op andere momenten op de dag, bijvoorbeeld als er veel zonnestroom voorhanden is of ’s nachts als het rustiger op het net is. Stedin stelt dat in het nieuwe duurzame energiesysteem Nederland duidelijker kiest wat prioriteit krijgt en wat niet. Stedin doet daarom een beroep op gemeenten, provincies en laadpaalexploitanten. Samen kunnen zij ervoor zorgen dat het mijden van de avondpiek de norm wordt voor laadpalen.
Financiële cijfers
Stedin kijkt terug op een solide financieel jaar. Het bedrijfsresultaat over 2023 was met € 293 miljoen hoger dan vorig jaar (2022: € 136 miljoen) en ook het nettoresultaat kwam hoger uit op € 170 miljoen (2022: € 81 miljoen). Dit kwam met name door hogere transportopbrengsten. Het hogere nettoresultaat wordt voor het overgrote deel geherinvesteerd in de uitbreiding van het net. Door de vele investeringen die Stedin doet, is de vrije kasstroom negatief: € – / – 262 miljoen in 2023 (2022: € – / -297 miljoen).
Een mijlpaal in 2023 voor het financieren van Stedins investeringen was het instappen van het Rijk voor € 500 miljoen als aandeelhouder van Stedin Groep. Dat gaf een impuls aan de credit rating en geeft aanvullend € 600 miljoen aan eigen vermogensruimte. Standard and Poors (S&P) heeft inmiddels de creditrating van Stedin, A- met een stabiel vooruitzicht voor de lange termijn, herbevestigd. Danny Benima, CFO van Stedin: ,,Door de kapitaalversterking van het Rijk – en zeer waarschijnlijk ook op korte termijn van de provincie Zeeland, provincie Utrecht en diverse gemeenten uit ons verzorgingsgebied – is een belangrijk deel van onze kapitaalbehoefte voor de komende jaren ingevuld. Vlak voor de start van de nieuwe reguleringstermijn, eind 2026, moeten we opnieuw bepalen welke kapitaalbehoefte er dan eventueel is. Op het gebied van financiering is er dus even rust, maar daarmee zijn we er nog lang niet. Aan het binnenhalen van voldoende personeel, de beschikbaarheid van materialen en het verkorten van de doorlooptijden van ruimtelijke ordeningsprocedures, hebben we de komende jaren nog een flinke klus.’’