Verslechterde concurrentiepositie Europese industrie blijft reden tot zorg.
- Goederenoverslag afgenomen met 4,1%
- Containeroverslag toegenomen in TEU (2,7%) en afgenomen in tonnage (1,0%)
- Investeringen in industrie blijven achter door ontbreken juiste randvoorwaarden
- Havenbedrijf bereidt zich verder voor op weerbare en veilige haven
- Bedrijfsresultaat Havenbedrijf Rotterdam stabiel
De overslag in de haven van Rotterdam is in het eerste halfjaar van 2025 afgenomen met 4,1%. De totale overslag kwam daarmee uit op 211,0 miljoen ton. De grootste daling vond plaats in de segmenten droge bulk (-8,9%) en natte bulk (-5,3%). De overslag van containers laat een groei zien van 2,7% in TEU. In tonnage laat het containersegment een daling zien van 1,0%. Uitblijvende investeringen in de industrie door het bedrijfsleven zijn reden tot bezorgdheid voor het Havenbedrijf. Hoewel de overheid de afgelopen periode positieve stappen heeft gezet om het speelveld voor de Nederlandse industrie meer in lijn te brengen met dat van omringende landen, zijn aanvullende maatregelen noodzakelijk. De aangekondigde sluiting van een aantal chemiebedrijven, en daarmee het verlies van honderden banen in het eerste halfjaar van 2025 bevestigt de zorgen. De financiële resultaten en investeringen van het Havenbedrijf laten een stabiele ontwikkeling zien.
Boudewijn Siemons, CEO Havenbedrijf Rotterdam: ‘De afgelopen maanden zijn we als haven geconfronteerd met economische onzekerheden, achterblijvende investeringen en disrupties in toeleveringsketens. In deze onrustige tijden moeten we er als haven voor zorgen dat de leveringszekerheid in Europa van energie, voedsel en andere essentiële materialen geborgd blijft. Ook is het van groot belang dat de industrie in de haven competitief blijft, om de strategische autonomie van Europa niet te verzwakken.’
Verduurzaming haven en industrie
Ondanks de uitdagende economische omstandigheden is een groot aantal projecten in uitvoering om een toekomstbestendige haven met netto nul CO₂-uitstoot te realiseren in 2050. De aanleg van infrastructuur is noodzakelijk voor de verduurzaming van de samenleving en de industrie. Dit eerste halfjaar is er veel voortgang geboekt op dat vlak. Zo vordert de bouw van het CCS-project Porthos. De aanleg van de landleiding is voltooid en inmiddels is gestart met de aanleg van de infrastructuur op zee. Zo wordt het voormalige gasproductieplatform in de Noordzee geschikt gemaakt voor de injectie van CO₂ voor de permanente opslag in gasvelden onder de Noordzee. De verwachting is dat Porthos in 2026 in werking treedt.
Een ander belangrijk onderdeel van de energietransitie is de aanleg van walstroom. Op 31 maart 2025 is de walstroominstallatie van Cruise Port Shore Power aan de Holland Amerikakade officieel in gebruik genomen. Hiermee loopt Cruise Port Shore Power vooruit op de Europese regelgeving. Die schrijft voor dat in 2030 cruiseschepen in Europese havens gebruik dienen te maken van walstroom. Met de walstroominstallatie voor cruiseschepen is een uniek duurzaamheidsproject op het scharniervlak van stad en haven verwezenlijkt. Cruise Port Shore Power verwacht in het eerste jaar 75% van de cruiseschepen in Rotterdam aan de walstroominstallatie aan te sluiten.
Stad en haven
In maart van dit jaar is havenervaringscentrum Portlantis op feestelijke wijze geopend door burgemeester Schouten. Sinds de publieksopening op 22 maart heeft Portlantis 25.000 bezoekers mogen ontvangen. Daarnaast hebben 8.000 leerlingen van scholen en studenten op interactieve wijze kennis gemaakt met de haven. Ook via een samenwerking met het Jeugdeducatiefonds wil het Havenbedrijf jongeren bereiken. Tot en met 2028 steunt Havenbedrijf Rotterdam het Jeugdeducatiefonds met de inzet van vrijwilligers en een bedrag van 150.000 euro per jaar om de ontwikkelkansen te vergroten van kinderen in Rotterdam-Zuid die opgroeien in armoede.
Veiligheid en weerbaarheid
De veiligheidssituatie in de wereld is de afgelopen tijd verslechterd. Nederland versterkt daarom haar defensie en dat zal de komende jaren op veel plaatsen in het land te merken zijn. Ook de Rotterdamse haven bereidt zich voor om hieraan bij te dragen. De haven speelt een belangrijke rol als logistieke draaischijf van Europa en wil defensielogistiek kunnen ondersteunen, als dat nodig is. De ondersteuning vraagt van de haven ruimte, afmeer- en overslagcapaciteit voor de afhandeling van schepen en doorvoer naar het achterland over spoor, weg en water. Ook zullen er mogelijk vaker oefeningen gaan plaatsvinden in de haven.
De digitale dreiging voor de haven van Rotterdam blijft onverminderd groot. In 2025 zijn er geen incidenten geweest op vitale systemen, maar een robuuste cybersecuritystrategie blijft van cruciaal belang. Havenbedrijf Rotterdam zet zich samen met partners in voor een veilige en veerkrachtige digitale infrastructuur. Sinds het begin van het jaar is Stichting FERM getransformeerd tot een landelijk platform dat als regievoerder, verbinder en belangenbehartiger optreedt voor de vijf zeehavens van nationaal belang. Door structurele samenwerking met overheden en ketenpartners wordt de weerbaarheid van cruciale digitale processen versterkt. Deze gezamenlijke aanpak is essentieel in een tijd waarin geopolitieke spanningen en strengere regelgeving vragen om een hogere mate van digitale paraatheid.
Drones worden door de bedrijven en overheden in de haven steeds vaker ingezet als ondersteuning in hun bedrijfsprocessen. Het luchtruim boven het havengebied wordt hierdoor steeds drukker. Om deze groei in goede banen te leiden, voert het Havenbedrijf sinds enkele jaren testen uit met het digitale luchtruimbeheerssysteem. Dit prototype biedt niet alleen ondersteuning bij het coördineren van zowel onbemand, als bemand luchtverkeer, maar biedt ook mogelijkheden voor beveiliging tegen ongewenst dronegebruik.
Investeringen en financiën
Havenbedrijf Rotterdam heeft een stabiel financieel halfjaar achter de rug. De opbrengsten van het Havenbedrijf zijn in het eerste halfjaar met 5,2% gestegen, tot 462,3 miljoen euro. Voor de contractopbrengsten (+3,8%) is dit met name het gevolg van inflatie en een saldo van verschillende nieuwe en aflopende contracten. De havengelden zijn in 2025 gestegen met 5,4%. Dit is deels door indexatie, en deels het effect van een lagere call-size wat leidt tot een hogere prijs per ton. Daarnaast zijn de bruto tarieven en de verschillende kortingen aangepast. De operationele lasten zijn met 19,4 miljoen euro gestegen. Dit komt met name door een stijging van 7,0 miljoen euro aan personeelskosten als gevolg van een cao-wijziging van 2024 en 11,2 miljoen euro aan exploitatielasten. De exploitatielasten stijgen deels doordat in 2025 het IT-activeringsbeleid is aangepast. Dit zorgt voor een stijging van de exploitatielasten en een daling in de investeringen. Daarnaast zijn de prijzen van veel van de contracten hoger door indexatie.
Het resultaat voor rente, belasting en afschrijvingen of waardeverminderingen (EBITDA) is gestegen met 1,1% tot 295,0 miljoen euro. Dit bedrag is de graadmeter voor de capaciteit van het Havenbedrijf om via de eigen balans in de ontwikkeling van het havenindustrieel complex te kunnen blijven investeren. Het nettoresultaat is gedaald met 4,7 miljoen euro tot 143,6 miljoen euro. Door de gewijzigde behandeling van IT-kosten vallen er ten opzichte van vorig jaar meer kosten in 2025. Daarnaast was in 2024 de belastinglast eenmalig lager vanwege toepassing van de energie-investeringsaftrek. Het Havenbedrijf investeerde in 2025 tot nu toe 136,1 miljoen euro, dat is 17% minder dan in dezelfde periode vorig jaar. Dit komt deels door een timingsverschil in de projectrealisatie en een eenmalige verwerving van stikstofrechten in 2024.
Droog massagoed
De overslag van droog massagoed is met 8,9% gedaald dit jaar. De overslag van agribulk steeg met 18,6%. Dit segment wordt altijd sterk beïnvloed door de wereldwijde vraag en oogsten. In de eerste maanden van dit jaar was sprake van een forse stijging in de import van oliehoudende zaden, zoals soja, sojameel en raapzaad. De Nederlandse import nam daardoor sterk toe. De aanvoer van ijzererts en schroot daalde met 12,2%. Dat hangt samen met een lagere productie van de Duitse staalindustrie. Die wordt beïnvloed door aanhoudende economische onzekerheid en handelsbeperkingen. De overslag van kolen nam met 21,1% af. Dit was vooral het gevolg van een lagere aanvoer van cokeskolen, die worden gebruikt in hoogovens voor de staalproductie.
Nat massagoed
Het segment nat massagoed daalde met 5,3% naar 96,2 miljoen ton. De overslag van ruwe olie nam toe met 2,6% tot 50,1 miljoen ton door meer transport naar de Duitse raffinaderijen. De overslag van minerale producten laat een daling van 21,5% en 6,2 miljoen ton zien. Er is een veelvoud aan redenen, die zorgen voor minder overslag. De markt is voornamelijk in ‘backwardation’ geweest, wat opslag niet lucratief maakt. Arbitrages tussen regio’s zijn weinig open geweest, wat (spot)transporten minder aantrekkelijk maakt. LNG-overslag nam toe met 9,0%, omdat de gasvoorraden in Europa verder aangevuld worden in de zomer. De overslag van overig nat massagoed daalde 5,9%. Dit komt vooral door lagere aanvoer van biodiesel uit China vanwege de antidumpingrechten en minder gebruik van palmolie als grondstof voor biodieselproductie in Europa.
Containers en breakbulk
De overslag van containers is in het eerste halfjaar van 2025 gestegen met 2,7% in TEU tot 7,0 miljoen TEU. De groei in TEU is te verklaren door de aangetrokken Europese consumptie. De import uit Azië nam daardoor toe met 8,4%. De overslag van en naar Noord-Amerika nam toe met 9,1%. De belangrijkste oorzaak hiervan is de toename van het aantal diensten sinds de wijzigingen in de alliantiestructuur in februari van dit jaar. In tonnen is de overslag van containers gedaald met 1,0% tot 66,5 miljoen ton. Deze afname is te verklaren doordat er meer lege export containers zijn overgeslagen. Het aantal volle exportcontainers is afgenomen met 5%. Deze afname is te verklaren door de aanhoudend zwakke concurrentiepositie van de Europese industrie.
De totale overslag van het segment breakbulk (Roll-on/Roll-off en overig stukgoed) steeg met 1,3% naar 16,0 miljoen ton. De RoRo-overslag nam toe met 0,9% naar 12,9 miljoen ton. De volumes van en naar het Verenigd Koninkrijk zijn nog niet hersteld van de achterblijvende economie. Het tweede kwartaal laat wel voorzichtige tekenen van herstel zien. Overig stukgoed nam toe met 3,0% tot 3,2 miljoen ton. Deze stijging kwam onder andere door de uitlevering van offshore wind fundaties, stalen leidingbuizen voor het Porthos-project en een toename van de overslag van staalplaten voor de offshore-industrie.
Drukte in afhandeling containers
De haven van Rotterdam is dit jaar geconfronteerd met uitzonderlijke drukte in de afhandeling van containerstromen. Verschillende oorzaken, zoals de overgang naar nieuwe vaarschema’s (in- en uitfaseren van diensten), hoge call-sizes, veranderende allianties, werkonderbrekingen en uitdagende weersomstandigheden aan het begin van het jaar hebben geleid tot oplopende wachttijden aan de landzijde van de operatie van de deepsea terminals. Vooral de binnenvaartsector en het wegvervoer hebben hierdoor te kampen met langere wachttijden dan gebruikelijk. De situatie aan de zeezijde is onder controle: het aantal wachtende grote containerschepen is zeer beperkt. De betrouwbaarheid van de vaarschema’s is verbeterd en de verblijftijd aan de kade is afgenomen sinds begin van dit jaar. De waterstand op de Rijn en de importheffingen van de Verenigde Staten op exportgoederen uit Europa en China hebben nog geen aantoonbaar negatief effect gehad op de afhandeling van containers in het eerste halfjaar.
De komst van meer dan 100 containerschepen met een call size boven de 12.000 TEU dit halfjaar onderstreept hoe urgent de situatie is. Oplossingen om het hele systeem efficiënter en weerbaarder te maken, moeten worden gezocht in structurele samenwerking binnen de keten. Havenbedrijf Rotterdam is daarover voortdurend in gesprek met alle partijen in de logistieke containerketen. Eén van de structurele veranderingen, die wordt besproken, is het slimmer benutten van bestaande infrastructuur, door bijvoorbeeld meer wegvervoer buiten de piekuren, het bundelen en uitwisselen van containers op zogenoemde binnenvaartcorridors en het delen van data via digitale platforms.
Havenbedrijf roept politiek op om focus te houden op verbeteren van het investeringsklimaat van de industrie. Het sterk geïntegreerde industriecluster van de Rotterdamse haven levert een belangrijke bijdrage aan leveringszekerheid van energie, grondstoffen en goederen. Het huidige investeringsklimaat in Nederland zorgt er echter voor dat bedrijven hun investeringen, ook die in verduurzaming, steeds vaker uitstellen of afblazen – ondanks de goede uitgangspositie van de Rotterdamse haven. Tegelijkertijd neemt productie toe in landen buiten Europa, waar de omstandigheden gunstiger zijn.
Er zijn de afgelopen tijd stappen gezet door het kabinet in het gelijktrekken van het speelveld van de Nederlandse industrie met omringende landen. Zo is de plasticheffing geschrapt en de subsidieregeling Indirecte kostencompensatie ETS (IKC-ETS) hersteld. Daarnaast is een correctiefactor van 1,0 voor het gebruik van hernieuwbare waterstof in raffinaderijen aangekondigd. Hiermee wordt gebruik van groene waterstof aantrekkelijker gemaakt voor grootschalige gebruikers. Ook onderzoekt het kabinet opschorting van de Nederlandse CO2-heffing. Ondanks deze positieve maatregelen heeft de Nederlandse industrie veel hinder van stikstofproblematiek, netcongestie, hoge energiekosten en hoge nettarieven in vergelijking tot omringende landen. Havenbedrijf Rotterdam blijft daarom het belang van de industrie voor de strategische autonomie, het verdienvermogen en de hoogwaardige werkgelegenheid in Nederland onder de aandacht brengen. Consistent, duurzaam beleid in Nederland en Europa en bescherming van onze concurrentiepositie is noodzakelijk, wil de industrie kunnen overleven in Nederland en hier kunnen investeren in verduurzaming.