Reacties uitgeschakeld voor Herinrichting van de Scheurhaven afgerond: moderne walstroomvoorzieningen, nieuwe pontons en verdieping van de haven
De Scheurhaven is klaar voor de toekomst. De haven op de kop van de Landtong Rozenburg is volledig vernieuwd en verdiept om ruimte te bieden aan verschillende maritieme dienstverleners.
Waterbouwer Hakkers legde tien nieuwe pontons aan, waarvan twee volledig uit HDPE-kunststof en drie in een hybride uitvoering van staal en kunststof. De ligplaatsen voor de havensleepdiensten in de Scheurhaven waren toe aan vernieuwing. Daarom zijn tien ligplaatsen vervangen en voorzien van moderne walstroomvoorzieningen. Daarnaast is de verlichting vervangen door energiezuinige ledverlichting.
Drinkwatersteiger
Verder is de drinkwatersteiger voor Evides en Hatenboer vernieuwd, zodat deze bedrijven vanaf een vaste plek drinkwater kunnen leveren aan binnenvaart en zeevaart. Andere pontons zijn verplaatst, zodat alle maritieme dienstverleners weer een passende plek hebben. De schepen van de KRVE, Boluda, Smit Duikbedrijf, HEBO, drinkwaterboten van Hatenboer en Evides en een meetvaartuig van Havenbedrijf Rotterdam komen achterin de haven te liggen.
Voor de schepen van de sleepdiensten is een 300 meter lange damwand geplaatst om extra diepgang tot negen meter te bewerkstelligen. Daarnaast is er baggerwerk uitgevoerd om de Scheurhaven optimaal toegankelijk te maken. Structurele verdieping van de haven was noodzakelijk omdat havensleepboten groter en dieper zijn geworden. Zo is de haven beter toegankelijk en kan er veiliger en efficiënter gewerkt worden.
Veiliger en efficiënter
Het project is uitgevoerd door Hakkers (civiele werken), Klaver (walstroomvoorzieningen), in samenwerking met Witteveen+Bos en Damen Shipyards voor het ontwerp van de pontons. Tijdens de bouw werkten de aannemers met CO₂-arm staal en elektrisch materieel om de impact op het milieu te minimaliseren. Zo konden een volledig elektrisch werkschip, kraan, boorstelling en trilblok ingezet worden.
“Door deze herinrichting is de Scheurhaven klaar voor de toekomst”, zegt Jannet Bredius, projectmanager namens Havenbedrijf Rotterdam. “De huidige gebruikers krijgen meer ruimte en betere voorzieningen, zodat zij veiliger en efficiënter kunnen werken.”
Innovatieve pontons
De toepassing van de pontons van kunststof is een unicum: twee volledig uit HDPE-kunststof en drie hybride pontons met een kunststof onderzijde en stalen bovenzijde. Deze innovatie voorkomt roest en maakt onderhoud eenvoudiger.
Bovendien zijn de pontons volledig recyclebaar en dragen ze bij aan een lagere CO₂-uitstoot. Het onderwatermilieu profiteert er ook van: op de HDPE-onderdelen groeit snel begroeiing, wat een rijkere biodiversiteit aantrekt.
In ruim twee jaar tijd heeft het MKB Actieprogramma van de gemeente Rotterdam 20.000 ondernemers bereikt, waarmee de oorspronkelijke doelstelling van 10.000 ondernemers is verdubbeld. Het MKB is de ruggengraat van onze stadseconomie: deze 20.000 bedrijven zorgen samen voor 230.000 banen en 60% van de werkgelegenheid in Rotterdam. Het programma, dat in 2023 van start ging, ondersteunt ondernemers met praktische informatie en advies over uiteenlopende bedrijfsvraagstukken, onder andere op het gebied van toekomstbestendig ondernemen.
Wethouder Robert Simons (Haven, Economie, Horeca en Bestuur) benadrukt het belang van het MKB Actieprogramma: “We zijn trots dat we 20.000 ondernemers hebben kunnen bereiken, maar we weten ook dat er nog veel werk te doen is. Van hoge energiekosten tot personeelstekorten, ondernemers hebben stevige uitdagingen. Daarom blijven we, samen met onze partners, hard werken om hen zo goed mogelijk te helpen.”
Rob Uytdewilligen (voorzitter MKB Rotterdam Rijnmond): “Het MKB is niet alleen de economische, maar ook de maatschappelijke ruggengraat van onze samenleving. De uitdaging om toekomstbestendig te ondernemen is groot voor de vele MKB’ers in onze regio. Daarom is MKB Rotterdam Rijnmond blij met de samenwerking met de gemeente Rotterdam, zodat we ondernemers zo goed mogelijk kunnen ondersteunen en Samen Sterker kunnen blijven Ondernemen.”
De gemeente benadert ondernemers steeds actiever, onder meer via de Klus & Coach aanpak. Daarbij worden ondernemers in winkelstraten persoonlijk bezocht en worden ter plekke energiebesparende maatregelen ter waarde van maximaal 500 euro kosteloos geïnstalleerd. De gemiddelde jaarlijkse besparing is 440 euro per ondernemer. Inmiddels zijn 1.200 ondernemers op deze manier geholpen; de komende maanden volgen er nog eens 350.
Daarnaast organiseert de gemeente samen met partners workshops, bijeenkomsten en netwerkevenementen die ondernemers informeren, inspireren en met elkaar verbinden. Voorbeelden zijn de workshop social mediacontent, de maandelijkse MKB Specials en de Ondernemersontbijten. Tijdens het meest recente ondernemersontbijt stond de schuldenproblematiek van werknemers centraal en kregen werkgevers concrete handvatten om hiermee om te gaan.
Met deze activiteiten wil de gemeente Rotterdam ondernemers ondersteunen in het toekomstbestendig maken van hun bedrijf, met aandacht voor digitalisering, duurzaamheid en de circulaire economie.
Reacties uitgeschakeld voor Het oude stadshart van Rotterdam wordt weer een levendig gebied met woningen en verblijfsplekken
Pompenburg, de omgeving rondom het voormalige Station Hofplein, transformeert tot een aantrekkelijk woon- en verblijfsgebied. Daarmee wordt de schakel tussen het centrum en Rotterdam Noord weer een volwaardig onderdeel van de binnenstad en krijgt het zijn levendigheid terug. Het bestemmingsplan dat de ontwikkeling mogelijk maakt, is door het college aan de raad aangeboden ter vaststelling.
Pompenburg was voor de oorlog het bruisende stadshart van Rotterdam. Met onder andere het oude stationsgebouw van de Hofpleinlijn en café Loos. Het gebied is nooit helemaal hersteld en heeft de uitstraling van een vergeten stuk stad. Wethouder Chantal Zeegers (Klimaat, Bouwen en Wonen): “Pompenburg is het laatste stuk Rotterdam dat na het bombardement nog geen volwaardige nieuwe invulling heeft gekregen. Daar komt verandering in. We gaan het gebied weer betrekken bij de binnenstad en verbinden met de omliggende buurten“.
1.100 woningen
De ontwikkeling bestaat uit drie woongebouwen met vier torens. De hoogte van de torens varieert van 57 meter aan de kant van Stroveer tot 140 meter aan het Pompenburg. In totaal worden er ongeveer 1.100 huur- en koopwoningen gebouwd, waarvan minimaal 60% in het sociaal en middensegment. “In Pompenburg komen 167 sociale huurwoningen en ongeveer 510 woningen voor de middengroepen. Dat betekent veel nieuwe betaalbare huizen in hartje centrum,” zegt wethouder Chantal Zeegers.
Verbinden door verblijven
Het toekomstige Pompenburg gaat het centrum en Rotterdam Noord beter met elkaar verbinden. Naast wonen biedt het plan ruimte aan een gemengd programma van maximaal 10. 400 m². Er komen bedrijfs- en kantoorruimtes voor horeca en creatieve bedrijven, en mogelijk een filmhuis, als aanvulling op het programma van de Hofbogen. Om het gebied verder te verlevendigen komt op de plek waar vroeger het oude stationsgebouw van de Hofpleinlijn stond, een nieuw eigentijds gebouw met daarin horeca. Ook krijgt het gebied een park met veel groen en verschillende uitstralingen die aansluiten op de omliggende stadswijken. Auto’s zijn in het gebied te gast en nieuwe wandel- en fietspaden worden verbonden met al bestaande routes.
Samenwerking
Een ontwikkelcombinatie bestaande uit Dura Vermeer, J.P. van Eesteren en Synchroon werkt samen met de gemeente aan de ontwikkeling van Pompenburg. Nicolle Terlouw (directeur Dura Vermeer) namens de ontwikkelcombinatie: “We maken van Pompenburg naast een aantrekkelijk woongebied ook een interessante verblijfsplek. Het gebied wordt een plek waar Rotterdammers fijn kunnen wonen en waar mensen graag op bezoek komen. Vanuit onze gebiedsvisie ‘Verbinden door verblijven’ transformeren we Pompenburg in een levendige stadswijk.”
Bestemmingsplanprocedure
Bewoners hebben op het ontwerpbestemmingsplan kunnen reageren. De indieners van een zienswijze worden uitgenodigd voor een hoorzitting in januari 2026. Naar verwachting stelt de gemeenteraad het bestemmingsplan in februari 2026 vast. Afhankelijk van het verloop van de procedure start de bouw eind 2027.
Reacties uitgeschakeld voor Van hype naar praktijk
Misschien ben je je er niet eens zo van bewust, maar als ondernemer maak je vrijwel de hele dag al gebruik van Kunstmatige intelligentie (AI). Het zit in je smartphone, in je productieprocessen en zelfs in je klantenservice. Maar wat betekent AI nu écht voor jouw organisatie? Hoe bepaal je koers? En hoe zorg je dat je eruit haalt wat erin zit zonder onnodige risico’s te lopen? Laten we beginnen bij de basis.
Wat is AI eigenlijk?
AI is een verzamelnaam voor technologieën die taken uitvoeren waarvoor normaal menselijke intelligentie nodig is. Denk aan:
Machine learning: systemen die patronen herkennen in data en daarvan leren.
Computer vision: beelden interpreteren en besluiten nemen.
Natural Language Processing (NLP): systemen die menselijke taal begrijpen en genereren.
AI is dus veel breder dan de bekende chatbots of tools zoals ChatGPT en CoPilot. Het gaat om slimme algoritmes die jouw processen kunnen versnellen, fouten verminderen en nieuwe inzichten bieden.
Wat mag je wel en niet verwachten?
AI is krachtig, het kan onder meer:
Patronen ontdekken in grote hoeveelheden data.
Voorspellingen doen op basis van historische informatie.
Automatiseren van repetitieve taken.
Complexere taken opdelen in kleinere stappen en die iteratief uitvoeren (AI Agents)
AI kan echter nog maar heel beperkt causaliteit begrijpen – het verband tussen oorzaak en gevolg. Vooral Large Language Models (LLM’s) – zoals ChatGPT – werken op basis van correlatie: ze voorspellen welk woord waarschijnlijk volgt. Daarom krijg je op dezelfde vraag vaak verschillende antwoorden. De taalmodellen kunnen ook sentiment herkennen, daardoor lijkt het of ze je echt naar je luisteren. Maar dit soort tools werken dus op basis van patronen in taal, niet op écht begrip. En je hebt ook niet de garantie dat antwoorden juist zijn. Laat AI dus zeker niet zelfstandig beslissen over complexe ethische of strategische vraagstukken!
De betrouwbaarheid verhogen
Als je blind vertrouwt op AI, loop je risico’s. Zo kan generatieve AI ‘hallucineren’: antwoorden verzinnen die niet kloppen. Als gebruikers daar niet alert op zijn, kan dit leiden tot problemen. Gelukkig is dat voor bedrijven ook (deels) te voorkomen door gebruik te maken van Retrieval Augmented Generation (RAG). RAG combineert een taalmodel met een zoekfunctie in jouw eigen betrouwbare bronnen. In plaats van alleen op patronen te vertrouwen, haalt het model eerst relevante informatie op uit jouw eigen database of documenten. Zo krijg je AI die niet alleen slim klinkt, maar ook feitelijk klopt. Zeker in omgevingen waar nauwkeurigheid cruciaal is, kan RAG het verschil maken tussen een handige tool en een risicofactor.
Goede, veilige data als fundament voor AI.
De veiligheid van je data is ook belangrijke risicofactor. Gegevens die je deelt met AI-tools, deel je in principe met de hele wereld. Alles wat je invoert aan vragen, teksten, gegevens en bestanden, kan onderdeel worden van het taalmodel en dus ook terechtkomen bij concurrenten, hackers of andere kwaadwillenden. Dit kan je voorkomen, maar dat vereist wel wat preventieve maatregelen. Daarbij vallen veel van de tools onder buitenlandse wet- en regelgeving. Daarom heb je – als je niet alert bent – heel weinig controle over wat er allemaal mee kan en mag gebeuren. In dat kader is het slim om te kijken naar Europese tools, zoals Mistral AI, of om je AI-model op je eigen server te intalleren.
De mens als sleutel tot veilige implementatie
AI is dus zeker geen plug-and-play. Het vraagt om datakwaliteit en een zorgvuldige procesinrichting: waar voegt AI écht waarde toe in je organisatie? En het gaat over mensen: rollen, verantwoordelijkheden en eigenaarschap. Hebben je medewerkers de juiste kennis en vaardigheden? Zijn er kaders rond hoe je omgaat met privacy, bias en transparantie? Wie grijpt in als het misgaat? AI kan dus fungeren als een waardevol ‘teamlid’, maar zeker niet als een vervanging. Jij bepaalt de kaders, jij bewaakt de kwaliteit.
Hoe AI-ready is jouw organisatie?
Tot slot: het gaat niet om de vraag óf AI jouw sector verandert, maar hoe jij daarop inspeelt. Ondernemers die nu investeren in kennis en strategie, hebben straks een voorsprong. Wacht niet tot de technologie jou overvalt – neem het stuur in handen.
Wil je AI strategischer inzetten in je organisatie? We geven je 10 tips & tricks. Heb je behoefte aan ondersteuning, goede voorbeelden of heb je een specifieke vraag? Neem dan eens contact op met de Duurzaamheidsfabriek. Er zijn regelmatig interessante bijeenkomsten, workshops of projecten waaraan je kunt deelnemen. Daarnaast kan de Duurzaamheidsfabriek je koppelen aan betrouwbare experts op dit thema uit het regionale netwerk.
Bepaal wie eigenaarschap neemt over AI-projecten.
Verken de kansen van AI: gebruik de ervaring van medewerkers om processen en knelpunten in kaart te brengen. Laat praktische toepassingen zien uit vergelijkbare sectoren.
Begin klein. Kies één of twee testcases met hoge impact en relatief lage complexiteit. Stimuleer experimenteren en samenwerken. Focus op snelheid en leren.
Train medewerkers in AI-tools en promptgebruik. Zorg daarbij dat directie en medewerkers snappen wat AI kan (en wat niet). Zorg voor draagvlak.
Data readiness: zorg dat je data (kwalitatief, toegankelijk) op orde is.
Beveiliging & privacy: experimenteer binnen grenzen. Borg dat privacy, veiligheid en compliance structureel zijn ingebouwd.
Kwaliteit & betrouwbaarheid: monitor continu of AI consistent presteert.
Zorg voor organisatiebrede governance: richt duidelijke kaders in rond datagebruik, privacy en ethiek. Denk aan je eigen voorbeeldgedrag!
Innovatie: blijf experimenteren met nieuw AI-toepassingen, ook buiten de core business. De ontwikkelingen gaan razendsnel!
En last but not least: Wacht niet tot de technologie jou overvalt – neem het stuur in handen!
Reacties uitgeschakeld voor “EMR Group recyclet alles; van een blikje tot een vliegdekschip”
Als één van de meest toonaangevende metaalrecyclingbedrijven ter wereld vervult EMR een cruciale rol als leverancier van secundaire grondstoffen. In Nederland opereert EMR vanuit vier locaties, waaronder grote import/export-terminals in Amsterdam en Rotterdam. We spraken met Nick Buijs, Manager Industries.
EMR is marktleider in duurzame materialen. Jaarlijks recyclet het bedrijf tien miljoen ton verschillende materialen die aan het einde van hun levensduur zijn, variërend van frisdrankblikjes tot complete vliegdekschepen. EMR heeft samenwerkingen binnen de volgende branches: Bouw & Sloop, Maritiem & Offshore, Infra & Automotive, Duurzame Energie, metaal bewerkende bedrijven en metaalrecycling bedrijven. Nick Buijs is als Manager Industries werkzaam op de EMR-locatie in de Waalhaven in Rotterdam en vaak te zien op operationele locaties.
Allereerst: wat is jouw rol binnen EMR?
“Vier jaar geleden ben ik bij EMR begonnen als accountmanager. Men was toen recent begonnen met het opzetten van een industrietak en een bijbehorend team. Sinds ruim een jaar ben ik commercieel verantwoordelijk voor het team dat binnenkort uit vijf man bestaat. Samen bouwen wij onze dienstverlening commercieel verder uit bij industriële klanten in Nederland en België.”
En aan wat voor klanten en materialen moeten we dan denken?
“Binnen de industrietak moet je bijvoorbeeld denken aan bedrijven in de bouw- en sloopsector, metaal bewerkende bedrijven en grote spelers uit de offshore. Vanuit allerlei industrieën krijgen wij metaalstromen binnen die we vervolgens keuren, sorteren, bewerken en wereldwijd doorverkopen aan staalfabrieken. Om concrete voorbeelden te geven kan bijvoorbeeld worden gedacht aan afgeschreven containers, onderdelen uit de maritieme sector, constructiemateriaal uit de sloop van gebouwen, spoorrails, windmolenonderdelen, auto-onderdelen, damwanden bij vernieuwing van een kade, noem maar op.”
Hoe gaat zo’n proces in zijn werk?
“Het materiaal komt over land of over water richting onze verschillende locaties. We beschikken over twee enorme zee-terminals, in Amsterdam en Rotterdam. Schepen kunnen aan onze kade aanmeren en bijvoorbeeld grotere objecten lossen, van bijvoorbeeld windmolens op zee of van de offshore. Wij hebben al het materieel in huis om dit voor de klant veilig te doen. Geen project is te groot of te klein!”
Wat wordt er vervolgens met het materiaal gedaan?
“Wij beschikken over gespecialiseerde lange weegbruggen, die gebruikt worden voor het wegen van bijvoorbeeld zware machines, boilers, transformatoren, tanks en windmolen- of brugdelen. Wij knippen de materialen vervolgens om ze gereed te maken voor hun gang naar een smelterij of hoogoven.”
Waar wordt al dit werk in Nederland gedaan?
“We hebben al gesproken over onze terminals in de Rotterdamse en Amsterdamse havens. Dat zijn onze grootste locaties, waar materiaal wordt op- en overgeslagen en verder wordt verwerkt. We hebben ook operationele locaties in Alphen aan den Rijn en Nijmegen. In Alphen aan den Rijn verwerken we al het materiaal dat niet ijzerhoudend is (de Non Ferro metalen) en Nijmegen is een gecombineerde locatie met Ferro (ijzerhoudend) en Non Ferro.”
Waarom vind je jouw werk zo mooi bij EMR?
“Ten eerste is het een heel fijn bedrijf om voor te werken. Niet voor niets hebben we een Great Place To Work certificaat gehaald. Je kunt jezelf zijn en je wordt uitgedaagd om je verder te ontwikkelen. Ten tweede werken we in een industrie die de komende jaren alleen maar belangrijker zal worden vanwege de toenemende vraag naar duurzame grondstoffen voor een circulaire economie. Onze business is continu in ontwikkeling en dat maakt het werk interessant. EMR wil ervoor zorgen dat de percentages gerecyclede materialen omhooggaan. Het is immers veel beter om materialen en grondstoffen te hergebruiken dan primaire grondstoffen voor productie te onttrekken aan de aarde. Daarnaast investeert EMR wereldwijd in geavanceerde technologie om materialen te verwerken – en die zo hoogwaardig mogelijke secundaire grondstoffen opleveren. Dit alles natuurlijk zo efficiënt mogelijk, met zo weinig mogelijk CO2-uitstoot. Niet zo gek, want in 2040 willen wij een net zero bedrijf zijn!”
Reacties uitgeschakeld voor Boer & Van Wijk sluit zich aan bij Signpres Group
Boer & van Wijk is per 1 december 2025 aangesloten bij Signpres Group, een groeiende groep van sterke sign- en printbedrijven in Nederland. Deze stap betekent een belangrijke mijlpaal in onze geschiedenis en biedt nieuwe kansen op het gebied van continuïteit, vakmanschap en verdere professionalisering.
Met de overname van de directie door Peter de Jong, die het bedrijf door en door kent, blijft de kwaliteit en persoonlijke aanpak die onze klanten gewend zijn gewaarborgd. e oprichter. Johan van Wijk blijft betrokken om kennis, relaties en processen zorgvuldig over te dragen. De aansluiting bij Signpres Group, een initiatief van Mark Bos en Findyourgroup, versterkt onze samenwerking met vijf andere bedrijven.
Dit biedt ons meer technische capaciteit, gedeelde kennis en nieuwe mogelijkheden om onze klanten nog beter van dienst te zijn. Boer & Van Wijk blijft zich volledig richten op wat ons al 75 jaar onderscheidt: hoogwaardige industriële zeefdruk, digitaal printen, technisch maatwerk en duurzame oplossingen. Ons vakmanschap, onze betrokkenheid en vertrouwde gezichten blijven ongewijzigd.
Reacties uitgeschakeld voor Hofleverancier en honderd jaar jong: innovatief technisch vakmanschap van Bakker & Co
Honderd jaar bestaan is in het bedrijfsleven een zeldzame mijlpaal. Het betekent dat een onderneming niet alleen stormen van economische crisis en technologische omwentelingen heeft doorstaan, maar zich ook telkens opnieuw heeft weten uit te vinden. Voor Bakker & Co, het Zwijndrechtse handels- en ingenieursbureau, is 2025 een bijzonder jubileumjaar. Het familiebedrijf viert zijn honderdjarig bestaan en ontving bovendien het predicaat Bij Koninklijke beschikking Hofleverancier: een koninklijke erkenning voor een eeuw betrouwbaarheid, kwaliteit en maatschappelijke betekenis. Onlangs vierde Bakker & Co het eeuwfeest met een groot klant- en producentenevent in Rotterdam.
Directeur-eigenaar Jan-Willem Jongbloed, derde generatie in de familielijn, spreekt met gepaste trots: “We zijn niet honderd jaar oud, maar honderd jaar jong. Juist omdat we altijd in beweging zijn gebleven.”
Van Scheveningen naar Zwijndrecht
De geschiedenis van Bakker & Co voert terug naar 1925, toen in Scheveningen de basis werd gelegd met de handel in staaldraadkabels en koppelingen. In de decennia daarna groeide het bedrijf mee met de industrialisatie van Nederland. Eerst in de Haagse regio, vanaf 1954 in het hart van Rotterdam en sinds 1980 gevestigd in Zwijndrecht, strategisch gelegen tussen de havens van Rotterdam en Antwerpen.
Die ligging is geen toeval. Als spil in de internationale maakindustrie bedient Bakker & Co de Benelux vanuit een logistieke hotspot: midden in de zogeheten ‘shipping valley’, met directe lijnen naar klanten in staal, chemie, raffinage, maritieme industrie en infrastructuur. “Partnership en nabijheid zijn altijd kernwoorden geweest”, aldus Jongbloed. “Dicht bij de klant, letterlijk en figuurlijk.”
Breed, verdiepend en altijd maatwerk
Wat in de loop van een eeuw constant is gebleven, is de focus op technische meerwaarde. Waar standaardproducten niet voldoen, ontwikkelt Bakker & Co maatwerkoplossingen. Het huidige portfolio bestrijkt zeven productgroepen: aandrijftechniek, hogedruktechniek, lifttechniek, meteorologie, meettechniek, pomptechniek en mobiele waterrecycling – aangevuld met engineering, service en onderhoud voor alle productgroepen.
Het gaat altijd om hoogwaardige technologie met specialistische toepassingen. Zo hangen de liftkabels en componenten van Bakker & Co in een groot deel van de liften in de Benelux. Meteorologische systemen van het bedrijf worden gebruikt voor calamiteitenbewaking in de procesindustrie en voor scheepvaartveiligheid. Hogedruksystemen en pompen vinden hun weg naar raffinaderijen, staalproductie en reactorreiniging. En de mobiele waterrecycling-units maken circulair gebruik van kostbaar hogedruk reinigingswater mogelijk, direct op locatie.
“Onze kracht is dat we een full service circle bieden”, legt Jongbloed uit. “We engineeren, leveren, installeren, onderhouden en refurbishen. Daardoor kunnen klanten rekenen op een levensduur van tientallen jaren, met regelmatige updates naar de laatste stand van de techniek.”
Innovatie en circulariteit als rode draad
In de afgelopen honderd jaar heeft Bakker & Co keer op keer bewezen mee te bewegen met technologische en maatschappelijke ontwikkelingen. Circulariteit speelt daarbij een steeds grotere rol. Zo worden hogedrukinstallaties tegenwoordig vaak gecombineerd met waterrecycling, waarmee zowel milieu als kosten worden bespaard.
Ook refurbishment, het vernieuwen en hergebruiken van bestaande installaties, is een speerpunt. Waar mogelijk worden onderdelen opgeknapt en aangepast aan nieuwe specificaties, in plaats van volledig vervangen. “We praten met klanten niet alleen over wat ze vandaag nodig hebben, maar ook over hun productie over tien jaar”, zegt Jongbloed. “Welke specificaties zijn dan relevant? Welke omgevingsfactoren moeten we nu al meenemen? Dat vooruitkijken maakt ons meer partner dan leverancier.”
Partnerships die een eeuw meegaan
De feestelijkheden rond het jubileum stonden in het teken van partnership en innovatie. Tijdens een klant- en producentenevent in het Wereldmuseum in Rotterdam, met honderd genodigden en sprekers zoals oud-judoka Edith Bosch, is teruggeblikt op een eeuw samenwerking. Paneldiscussies belichtten het belang van lange termijnrelaties – niet alleen met klanten, maar ook met producenten.
Dat is geen loze kreet. Sommige partnerships bestaan al sinds de oprichting in 1925. Zo levert Bakker & Co nog steeds producten van producenten die vanaf het eerste uur betrokken waren, en is Tata Steel (voorheen Koninklijke Hoogovens) al bijna even lang klant. “Wij zijn het verlengstuk van onze producenten en tegelijkertijd een vaste partner voor klanten”, benadrukt Jongbloed. “Dat is de essentie van onze continuïteit.”
Hofleverancier: kroon op het werk
Dat duurzame succes is nu bekroond met het predicaat “Bij Koninklijke beschikking Hofleverancier”. De onderscheiding werd overhandigd door Commissaris van de Koning Wouter Kolff en de locoburgemeester van Zwijndrecht Tycho Jansen. Het predicaat is in Nederland voorbehouden aan bedrijven die minstens honderd jaar bestaan en zich onderscheiden door kwaliteit, betrouwbaarheid en maatschappelijke betekenis.
Voor de medewerkers van Bakker & Co is het een bevestiging van hun inzet. Jongbloed: “We doen het met elkaar. Het team voelt zich familie, ook al zijn we inmiddels gegroeid tot een moderne organisatie met gespecialiseerde productteams. Zonder onze medewerkers – hun kennis, hun loyaliteit, hun vakmanschap – waren we geen honderd jaar geworden.”
Diepgang als concurrentiekracht
In een markt waar veel aanbieders zich profileren met standaardproducten, onderscheidt Bakker & Co zich met diepgaande technische kennis. Salesmedewerkers zijn tegelijk technici; zij worden opgeleid om klanten in detail te adviseren over hun proces en om oplossingen te engineeren die echt verschil maken.
“Dat kost tijd”, erkent directeur Jongbloed. “Het duurt jaren voordat iemand hier volledig is ingewerkt. Maar die investering betaalt zich dubbel en dwars terug. Omdat wij begrijpen wat er in de fabriek of de installatie van de klant gebeurt, kunnen we storingen verminderen, standtijden verlengen en efficiency verbeteren. Dat is waar we waarde toevoegen.”
Blik naar de horizon: ambities
De vraag die bij een eeuwfeest altijd opkomt, is: hoe ziet de toekomst eruit? Voor Bakker & Co ligt de focus op drie pijlers: Groei van engineering en maatwerk, het aandeel klantspecifieke oplossingen zal verder toenemen; uitbreiding van service en regievoering, van onderhoud naar volledige coördinatie bij het vernieuwen van productiecomponenten; en als derde: verdieping in circulariteit, refurbishment en hergebruik van materialen worden kernactiviteiten.
Daarnaast blijft de Benelux de thuismarkt, met zowel Zwijndrecht als Antwerpen als basis. Maar uitbreiding naar nieuwe productgroepen is niet uitgesloten. “De komende tien jaar zullen we meer investeren in technologie die duurzaamheid en efficiency ondersteunt”, aldus Jongbloed.
Honderd jaar jong en klaar voor de toekomst
Wat begon als een klein Schevenings familiebedrijf met kabels en koppelingen, is uitgegroeid tot een toonaangevende technische partner voor de producerende industrie in de Benelux. Bakker & Co heeft bewezen dat traditie en innovatie elkaar niet hoeven uit te sluiten; integendeel, ze versterken elkaar.
Met het predicaat Hofleverancier als kroon op het werk en een team dat met trots en toewijding werkt aan de toekomst, kijkt het bedrijf vooruit. “Wij weten wat we kunnen, maar ook wat we niet kunnen”, besluit Jan-Willem Jongbloed. “Juist daardoor blijven we van toegevoegde waarde. Juist dáárom bestaan we honderd jaar, en gaan we door naar de volgende honderd.”
Reacties uitgeschakeld voor Grootformaat buitenscreening van La Última Ascensión op het Nederlands Fotomuseum
Van 4 december 2025 tot en met 3 januari 2026 toont het Nederlands Fotomuseum, in samenwerking met Museum Boijmans Van Beuningen, de korte film La Última Ascensión van kunstenaar en filmmaker Kevin Osepa als grootformaat projectie (circa 12 bij 17 meter) op de zijgevel van pakhuis Santos. Met dit initiatief maakt het museum, in aanloop naar de publieke opening op 7 februari 2026, hedendaagse film- en beeldende kunst toegankelijk voor een breed publiek in de openbare ruimte. De film is dagelijks tussen 17.00 en 22.00 uur te zien.
Ruben Lundgren, Senior Curator bij het Nederlands Fotomuseum, licht toe: ‘Osepa is een belangrijke stem in de Nederlandse fotografie. Zijn vernieuwende beeldtaal en persoonlijke verhalen sluiten naadloos aan bij onze missie. We zijn verheugd zijn veelgeprezen film, in samenwerking met Museum Boijmans Van Beuningen, op de zijgevel van pakhuis Santos te tonen, zodat een breed publiek kan kennismaken met zijn poëtische vertelling over verlies en verbeelding.”
Over de film
La Última Ascensión (2022) vertelt het verhaal van de Curaçaose visser Rowin, die samen met zijn moeder leeft en dagelijks de zee op gaat ondanks hun verlies van een eerder verdronken zoon. Tijdens zijn tochten verschijnt steeds vaker een geestachtige verschijning, waarmee zich een woordeloze, intieme dans ontvouwt. De geest leidt Rowin niet alleen naar een andere relatie met de natuur en het vissen, maar ook naar confronterende herinneringen aan zijn verdwenen broer. De film, die ongeveer twintig minuten duurt, verweeft persoonlijke rouw, Afro-Caribische spiritualiteit en inheemse tradities tot een poëtische en beeldrijke vertelling. Museum Boijmans Van Beuningen verwierf de film in 2022.
Over Kevin Osepa
Kevin Osepa (Willemstad, Curaçao, 1994) is beeldend kunstenaar en filmmaker. Zijn werk richt zich op Afro-Caribische spiritualiteit, identiteit en koloniale erfenissen, vaak vanuit een persoonlijk en queer perspectief. Osepa creëert multimediale werelden waarin verdrongen kennis, rituelen en mythen opnieuw tastbaar worden.
Hij studeerde in 2017 af aan de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht en woont en werkt in Amsterdam. Osepa’s film La Última Ascensión (2022) werd bekroond met het Gouden Kalf voor Beste Korte Film op het Nederlands Film Festival. Hij werd eerder genomineerd voor de Volkskrant Beeldende Kunstprijs (2018) en ontving in 2023 zowel de Charlotte Köhler Prijs als de Amsterdamse Prijs voor de Kunst.
Reacties uitgeschakeld voor Een nieuwe manier van samenwerken in de infrastructuur
Sinds 1963 legt A.Hak kabels en leidingen, van klein tot groot. Het bedrijf draagt bij aan de infrastructuur die huishoudens en bedrijven beter, sneller, duurzamer en veiliger van energie en water voorziet.
In de regio West werkt A.Hak sinds twee jaar aan een nieuw soort contract: Infrawerk Rijnmond Zeeland (IRZ). Geen traditioneel, transactioneel contract, maar een relationeel contract voor de vaste opdrachtgevers Stedin en Evides. Operationeel manager, Lars Neels vertelt over zijn ervaringen en ambities: “Het IRZ-contract was goed nieuws voor A.Hak, een langlopend contract van zes jaar, met verlengingen van twee keer drie jaar. Voor Ridderkerk was dit nieuwe, relationele contract een primeur. Maar deze nieuwe aanpak betekende ook afscheid nemen van oude gewoontes en een nieuwe manier van werken ontdekken met elkaar.”
Van raming naar fixed price
Een van de grootste veranderingen in het IRZ-contract – en in de samenwerking met de klanten Stedin en Evides – is het werken met een fixed price. Waar vroeger een raming werd gemaakt en achteraf de werkelijke kosten volgden, ligt de prijs nu vooraf vast. Dat vraagt om meer onderzoek en voorbereiding. Projecten worden strakker gepland en engineering wordt nu een integraal onderdeel van de scope. Lars: “We leren hiervan. Zo wil A.Hak het werk nu nog dichter bij de projectleider leggen. De klant wil graag één aanspreekpunt en dat is dan toch de projectleider. Het is een grote transformatie die niet alleen processen, maar ook mensen raakt”.
Speerpunten voor de toekomst
De afgelopen jaren heeft A.Hak als organisatie grote stappen gezet. De toekomst vraagt om focus, samenwerking en slimme keuzes. Daarom zet A.Hak in op vier duidelijke speerpunten die helpen om projecten succesvol uit te voeren en duurzame relaties te bouwen.
Strakke planning – meer voorbereiding, minder verrassingen.
Engineering integreren – dichter bij de projectleider, één aanspreekpunt voor de klant.
Teamontwikkeling – ruimte voor groei, aandacht voor cultuur en samenwerking.
Relationeel werken – Goede voorbereiding en langdurige relaties met klanten en partners.
Veerkracht en teamspirit
Ongeveer 45 tot 50 collega’s werken al jarenlang samen, binnen én buiten. “We hebben echt samen gezocht naar oplossingen en geleerd hoe dingen óók kunnen.” Lars: “Vooral aan het begin van het contract kwam er veel op ons af. Hoe werkt dit nieuwe contract? Hoe communiceren we naar de klant? We hebben veel moeten sparren, overleggen en aanpassen in onze werkwijze. Iedereen deed een stap extra: langere dagen, nieuwe taken. Ondanks bovenstaande gingen we collectief naar nog meer positiviteit. Zelfs de meest kritische koppen staan er nu helemaal achter. We hebben echt een transformatie doorgemaakt als team.” Bij het aannemen van nieuwe mensen let A.Hak voor locatie Ridderkerk daarom ook extra sterk op de klik. “Teamspelers zijn van harte welkom, solisten minder. De goede dynamiek van ons team is mij veel te veel waard,” zegt Lars trots.
Van buiten naar binnen
Lars zelf is ook een mooi voorbeeld van die transformatie. Hij werkt inmiddels 15 jaar bij A.Hak en al 20 jaar in de markt van elektra, gas, water en warmte. Eerst als uitvoerder, daarna projectleider en operationeel manager. Vanaf 1 april 2026 treedt hij aan als bedrijfsleider West. Zijn loopbaan begon buiten, op de projecten. “Ik heb 15 jaar buiten gelopen. Daar is het contact met elkaar ruw, ongenuanceerd, hecht maar ook heel direct. Op kantoor werkt dat toch echt anders: daar wil je een andere manier van benaderen inzetten. Ik moest leren mijn boodschap anders te verpakken. Het was een behoorlijk leerproces. Aan de andere kant bracht ik natuurlijk ook veel ervaring mee. Ik weet precies wat er in de uitvoering speelt. Dat maakt dat ik in elk overleg met Stedin of Evides direct kan meepraten.”
Nieuwe rol, nieuwe verantwoordelijkheden
Als bedrijfsleider wordt Lars vanaf april ook verantwoordelijk voor alle stafdiensten in Ridderkerk. Hij zal ook leiding gaan geven aan: KAM, Finance, HR, Magazijn en logistiek en secretariaat. Hij volgt Kees-Jan van Zuidam op, die de herstructurering in Ridderkerk begeleidde. Lars: “Kees-Jan heeft mij goed voorbereid. Hij heeft mij in mijn rol als operationeel manager direct het vertrouwen gegeven om alle zaken op operationeel en tactisch niveau af te handelen. Hij heeft zelf met name het strategische niveau ingevuld. We hebben eigenlijk veel samen gedaan maar door deze verdeling van de verantwoordelijkheid heb ik veel geleerd.” Op de vraag hoe hij zijn eigen rol ziet, onderstreept hij het volgende: “Het resultaat komt nooit door enkele mensen, maar door iedereen. Van materiaal logistiek tot werkvoorbereiding, van projectleiders tot administratie. Iedereen heeft zich uit de naad gelopen en doen nog elke dag hun uiterste best. Dát teamgevoel wil ik benoemen en laten zien.”
Samenwerking en cultuur
De samenwerking is en blijft intensief. Lars: “Lastige momenten horen er ook bij: nieuwe werkmethodes, cultuurveranderingen, spanningen. Door sleutelposities zoveel mogelijk door eigen mensen te laten invullen, blijft de bedrijfscultuur behouden.” Kees-Jan vult aan: “Eerst moet je medewerkers het vertrouwen geven, daarnaast moet je zorgen dat ze plezier in het werk hebben en daarna geef je ze haalbare doelstellingen. Geef medewerkers de ruimte om zich te ontwikkelen, en dan houden we de ervaring en het enthousiasme binnen.” Lars is zelf heel betrokken bij het team en bij alle individuele medewerkers. “Je wilt laten zien dat je er voor iedereen bent. Dat maakt dat we nu als team sterker uit de verandering komen.”
Drijfveren en groei
De groei van Lars werd door A.Hak begeleid met vertrouwen en training. Van uitvoerder naar projectleider, van operationeel manager naar bedrijfsleider. Wat zijn de persoonlijke drijfveren van Lars? “Dat is toch wel het mogen aansturen van dit team. Ik zie zoveel power in dit team. Mensen die willen en kunnen groeien. Ze krijgen bij ons een ontwikkelroute op maat. Het is een hechte club waar ik mee door wil bouwen. Het team staat voorop, maar de deur staat ook altijd open voor nieuw talent. We hebben mensen nodig die goede zin hebben en willen samenwerken. En ik kan wel zeggen, dat ze absoluut in een fijn en daadkrachtig team stappen.”
Het succes zit in de mensen
Het IRZ-contract in Ridderkerk heeft ervoor gezorgd dat de A.Hak aanpak is veranderd en gegroeid. Van losse schakels naar geïntegreerde processen en van oude gewoontes naar nieuwe werkwijzen. Het succes van A.Hak zit in de mensen. In de veerkracht van het team. Lars sluit af: “We hebben de transitie echt met elkaar gedaan. En dat maakt me mega trots.”
Reacties uitgeschakeld voor Zwijndrecht zet met eerste houtbouwproject grote stap naar circulaire toekomst
In Zwijndrecht start vandaag de bouw van het eerste houtbouwproject van de gemeente. Het project betreft 25 grondgebonden woningen en vormt de laatste fase van de gebiedsontwikkeling van AM, Euryza. BAM Wonen realiseert het project in opdracht van gebiedsontwikkelaar AM. Door de toepassing van industriële houtbouw worden de woningen naar verwachting al in augustus 2026 opgeleverd, een uitzonderlijk korte bouwtijd voor een project van deze omvang.
Houtskeletbouw voor klimaatpositieve toekomst
De drielaagse woningen met plat dak hebben een woonoppervlakte van circa 140 m² en bestaan uit houtskeletbouw. Dit project is een belangrijke mijlpaal voor zowel de gemeente Zwijndrecht als gebiedsontwikkelaar AM. Door hout als hoofdmateriaal te kiezen, zet AM opnieuw een belangrijke stap richting een klimaatpositieve toekomst. Houtskeletbouw combineert CO₂-opslagcapaciteit met minimale milieubelasting en uitstekende mogelijkheden voor hergebruik, waardoor het geldt als een van de meest duurzame bouwmethoden van dit moment.
Blijven bouwen en durven vernieuwen
Robert Kreukniet, wethouder ruimtelijke ontwikkeling, bouwen, wonen en mobiliteit gemeente Zwijndrecht: “Met Euryza Welgelegen zetten we als gemeente een grote stap richting toekomstbestendig en duurzaam wonen. Het is bijzonder om te zien dat Zwijndrecht nu haar eerste houtbouwproject verwelkomt. Daarmee laten we zien dat we niet alleen blijven bouwen, maar ook durven vernieuwen. Dit is goed voor de woningzoekenden van vandaag én voor de generaties die na ons komen.”
Lieve van der Putte, projectontwikkelaar bij AM vertelt: “De realisatie van dit houtbouwproject is tot stand gekomen dankzij de nauwe samenwerking tussen de gemeente, AM en BAM Wonen. Houtbouw sluit aan bij onze ambitie om klimaatpositief te ontwikkelen. Naast de voordelen voor het klimaat, levert het ook een gezond binnenklimaat, minder bouwafval en een snellere bouwtijd op.”
Euryza: duurzame buurt met geschiedenis
De houtbouwwoningen vormen de afronding van Euryza, een nieuwe buurt aan de Oude Maas in Zwijndrecht. De ontwikkeling startte in 2017 met de bouw van de appartementengebouwen Landzigt en Rietvink, vernoemd naar historische rijstpelmolens uit de regio. Sindsdien is Euryza uitgegroeid tot een levendige buurt waar historie, stedelijkheid en natuur samenkomen.