Author Archives: wer

  1. ‘Bedrijven moeten steeds meer samenwerken’

    Reacties uitgeschakeld voor ‘Bedrijven moeten steeds meer samenwerken’

    Het elektriciteitsnet in Nederland groeit niet snel genoeg mee met de groeiende vraag naar (groene) elektriciteit. Dit zorgt voor overbelasting van het elektriciteitsnet: netcongestie. Nederlandse bedrijven en netbeheerders vrezen in het rapport Voor wat, hoort wat van ABN AMRO voor overbelasting van het elektriciteitsnet in heel Nederland. Het rapport beschrijft de oorzaken en oplossingen voor de toenemende druk op het elektriciteitsnet. We spraken met Luuk van Dijk, die samen met Albert Jan Swart en Peter van Ees vanuit ABN AMRO dit rapport schreef.

    Wat was de aanleiding voor jullie rapport?

    “Naast alle berichtgeving in de media, zien wij al een aantal jaar het netcongestieprobleem bij onze klanten. Bedrijven willen bijvoorbeeld uitbreiden, van het gas af en/of elektrificeren, maar dit lukt niet door te weinig capaciteit op het stroomnet.

    Sinds 18 oktober 2023 is er sprake van structurele netcongestie voor de Rotterdamse gebieden Hoek van Holland, Hoogvliet, Rozenburg, Pernis, Europoort en Botlek.

    Als bank willen wij onze klanten bij kunnen staan met kennis over de laatste ontwikkelingen en ook kunnen wijzen op mogelijke oplossingen bij financiële en bedrijfsmatige vraagstukken. Daarom hebben we in het najaar van 2023 al een eerste rapport over netcongestie gepubliceerd, maar de ontwikkelingen gaan zo snel, dat we begin dit jaar een nieuwe editie hebben uitgebracht.

    Omdat netcongestie meerdere sectoren raakt, hebben Albert Jan, Peter en ik het met z’n drieën geschreven; we bedienen binnen de bank ieder onze eigen sectoren. Op deze manier informeren we, naast onze klanten, ook onze collega’s binnen de bank over wat we nu en in de toekomst nodig hebben om grote problemen te kunnen verhelpen. Door bijvoorbeeld het aanbevelen van gerichte investeringen of het voorstellen van een andere manier van bedrijfsvoering voor een klant.”

    Hoe zijn jullie met het rapport begonnen?

    “Allereerst hebben we met de Autoriteit Consument en Markt, ACM, gesproken. De ACM speelt als toezichthouder een cruciale rol bij de contracten tussen bedrijven en netbeheerders. Zo stelt de ACM tarieven vast en kan deze de zogenoemde energiecodes aanpassen, waarin regelgeving over energienetten wordt vastgelegd. Een interessante ontwikkeling is dat de ACM nu alternatieve contractvormen toestaat, waaronder volledig variabele contracten en flexibele contracten, om het elektriciteitsnet efficiënter te benutten. Het komt bijvoorbeeld op veel locaties voor dat het elektriciteitsnet in de middag en vroege avonduren intensief wordt gebruikt, terwijl er op andere tijdstippen nog capaciteit is. Netbeheerders kunnen nu flexibele contracten aanbieden, zodat ondernemingen het net mogen gebruiken op momenten dat er nog capaciteit beschikbaar is.

    Behalve met de ACM hebben we met allerlei andere partijen gesproken en casestudy’s gedaan om het onderwerp beter te begrijpen en te bestuderen, want het is waanzinnig complex. Met de casestudy’s hebben we verschillende oplossingen bij bedrijven en ondernemers ontdekt, die ervoor zorgen dat zij toch kunnen blijven groeien.

    De Energiewet, die in 2026 in zal gaan, zal de basis voor de energietransitie in Nederland vormen, met onder andere duidelijke regels over het leveren, verdelen en gebruik van energie. Maar hoewel die wet nog niet van kracht is, verandert allerlei regelgeving al in hoog tempo. Daardoor ontstaan nu al mogelijkheden om te kunnen groeien.”

    Kun je enkele oplossingen benoemen?

    “Uiteraard! We zien dat steeds meer bedrijven gaan samenwerken in zogenoemde energiehubs. In deze hubs delen bedrijven energie met elkaar; zij stemmen de opwek en het gebruik van energie op elkaar af. Alle energie hoeft dan niet tegelijk het overbelaste elektriciteitsnet over. Op deze manier kunnen bijvoorbeeld een fabriek met een hoog piekverbruik en een koelhuis op hetzelfde bedrijventerrein afspraken maken om hun stroomvraag op elkaar af te stemmen, waardoor ze gezamenlijk een lagere maximale stroomcapaciteit nodig hebben. Het koelhuis kan bijvoorbeeld tijdelijk de koeling iets verminderen, door van tevoren extra te koelen, om het stroomverbruik tijdens piekmomenten van de fabriek te compenseren. Dit soort oplossingen wordt gefaciliteerd door de alternatieve contracten met de netbeheerders.

    Steeds meer bedrijven maken gebruik van een eigen batterij. Met zo’n batterij kunnen zij hun eigen opgewekte zonne- of windenergie opslaan en pas gebruiken wanneer het nodig is. Een mooie duurzame oplossing die ABN AMRO ook financiert. En WattHub is een concrete oplossing om te elektrificeren ondanks netcongestie.”

    Kun je meer vertellen over WattHub?

    “WattHub, waarbij onder anderen de maritieme aannemer Van Oord betrokken is, realiseert snel-laad-pleinen voor vrachtwagens en bouwmaterieel, voorzien van lokaal opgewekte wind- en zonne-energie. Hierdoor hoeft niet elk bedrijf dat groot materieel gebruikt een laadstation te bouwen, en is de afstand tussen de productie en het verbruik van energie korter. In 2023 werd al het eerste plein in Geldermalsen gerealiseerd en deze zomer opent WattHub een nieuw snel-laadplein op de Maasvlakte bij de RWG Terminal. Het laadplein van maar liefst 5.000 m² wordt de eerste locatie op de Maasvlakte die vrachtwagens, Grond- Weg en Waterbouw materieel en andere elektrische voertuigen de mogelijkheid biedt om 24/7 snel op te laden met energie die ook nog eens dichtbij wordt geproduceerd.”

    Kortom: genoeg ontwikkelingen om over een jaar een nieuw rapport te publiceren?

    “Dat weet ik wel zeker. Het belangrijkste is dat ondernemers zich in het onderwerp gaan verdiepen. Dat kost natuurlijk veel tijd en uiteindelijk zal het vaak ook investeringen vergen om ondanks netcongestie te kunnen blijven groeien. Meestal moet de bedrijfsvoering ook aangepast worden om de activiteiten goed aan te laten sluiten op de beschikbare energie. Daarnaast is het soms noodzakelijk om samen te werken met andere bedrijven. Hoewel je individueel wat inlevert, sta je samen sterker en kun je gezamenlijk meer stroom verbruiken. Daarom heet ons rapport ook Voor wat, hoort wat. Wij bevelen ondernemers aan om zich goed te laten informeren naar bijvoorbeeld nieuwe technologische mogelijkheden en de verschillende energiecontractvormen.

    Het is goed om te zien dat er veel interesse is voor ons rapport. Zo waren er in februari veel geïnteresseerde klanten naar een door ons georganiseerde informatiesessie gekomen tijdens ons tennistoernooi ABN AMRO Open in Ahoy. Netcongestie is een groeiend probleem en gelukkig zijn veel ondernemers ermee bezig.”

    Het rapport van ABN AMRO over netcongestie is te lezen op:
    www.abnamro.nl/nl/zakelijk/insights/sectoren-en-trends/alle-sectoren/netcongestie-voor-wat-hoort-wat.html

  2. Werkgevers riskeren claims van werknemers bij extreme hitte’

    Reacties uitgeschakeld voor Werkgevers riskeren claims van werknemers bij extreme hitte’

    De hitte in Nederland zorgt voor gezondheidsrisico’s bij werknemers. Met name mensen in de bouw lopen kans op uitdroging of oververhitting.

    Werkgevers zijn zich vaak wel bewust van hun verplichting om personeel te beschermen tegen gevaarlijke werkomstandigheden, zoals extreme temperaturen. Op werkgevers rust een zogenoemde zorgplicht. Toch blijkt in de praktijk dat zij zich niet altijd realiseren hoe ver deze zorgplicht reikt. Het geven van een waarschuwing of instructies is niet altijd voldoende.

    De Arbowet schrijft voor dat de temperatuur op een werkplek niet schadelijk mag zijn voor de gezondheid van werknemers. Werkgevers moeten hun personeel instrueren over de risico’s van werken in de hitte. Ook moeten zij passende maatregelen nemen om gezondheidsklachten te voorkomen. Denk aan het aanpassen van de werktijden, het inlassen van extra pauzemomenten of het verstrekken van beschermingsmiddelen zoals zonnebrand, aangepaste werkkleding en waterflesjes.

    Niet altijd wordt gerealiseerd dat de zorgplicht van werkgevers verder gaat dan alleen het waarschuwen en het nemen van maatregelen. Ze moeten ook controleren of werknemers de instructies opvolgen en de beschermingsmiddelen gebruiken. Daarnaast moeten ze ingrijpen als ze zien dat werknemers onveilig werken. Welke (veiligheids)maatregelen nodig zijn en hoe een werknemer geïnstrueerd moet worden, hangt af van de omstandigheden.

    Als werkgevers hun zorgplicht niet nakomen, riskeren ze schadeclaims van getroffen werknemers, zoals medische kosten. De werknemer moet dan wel kunnen aantonen dat de gezondheidsschade tijdens het uitoefenen van het werk is opgelopen. De werkgever is niet aansprakelijk als die kan aantonen niet te zijn tekortgeschoten in de zorgplicht. Bij ernstige en blijvende gezondheidsklachten kan de werkgever ook te maken krijgen met boetes van de arbeidsinspectie. Dit kan leiden tot hoge financiële lasten voor bedrijven.

    Hoewel werknemers natuurlijk ook zelf verantwoordelijk zijn voor hun gezondheidssituatie, rust er dus een grote verantwoordelijkheid op de werkgever.

  3. Zoetermeer is host city Nationale Sportweek

    Reacties uitgeschakeld voor Zoetermeer is host city Nationale Sportweek

    Van 18 tot en met 29 september staat Zoetermeer volledig in het teken van sport en beweging tijdens de Nationale Sportweek. Dit jaar is Zoetermeer namelijk samen met vier andere gemeenten door NOC*NSF officieel aangewezen als host city. Hiermee krijgt de Nationale Sportweek in Zoetermeer een extra feestelijk en groot karakter.

    Wat is de Nationale Sportweek?

    Samen met gemeenten, sportbonden, sportclubs en scholen organiseert NOCNSF de Nationale Sportweek. Sport speelt een cruciale rol in de persoonlijke ontwikkeling van mensen. Het inspireert, verbindt en vormt wie je bent, wat je doet en met wie je dat doet. Tijdens de Nationale Sportweek wil NOCNSF zoveel mogelijk mensen laten genieten van sport, op een manier die bij hen past. Gemeenten, bonden, sportbedrijven en sportclubs spelen hierin een sleutelrol. Zij zorgen ervoor dat de Nationale Sportweek ook lokaal impact heeft door inwoners in beweging te brengen. Voor sportweekgemeenten en host cities biedt NOCNSF een speciaal programma, zodat in gezamenlijkheid zoveel mogelijk mensen kunnen genieten van sport. Ruben Beekmans, Projectleider sportpromotie NOCNSF: ‘Zoetermeer is één van de steden die al jaren actief is tijdens de sportweek. Ze weten als geen ander wat voor een impact deze week vol sport en beweging heeft binnen de gemeente. Door deze intensieve samenwerking krijgt de Sportweek in Zoetermeer nog meer een boost.’

    ‘Sporten geeft een boost’

    Met de titel host city zal Zoetermeer groots uitpakken met een breed aanbod aan activiteiten waar iedereen aan mee kan doen en nieuwe sporten kan ontdekken. Dit jaar draagt de
    Nationale Sportweek de slogan ‘Sporten geeft een boost!’. De aftrap wordt gegeven door het spectaculaire spel ‘Hunted’, waarbij scholieren rennen, sluipen en zich verstoppen voor
    politie en handhavers, ondersteund door helikopters en speurhonden. Daarnaast staan er uitdagende evenementen op het programma, zoals een obstacle run, het inclusieve ‘Alles op
    wielen’ voor mensen die zich voortbewegen met rollerskates of in een rolstoel, en weerbaarheidslessen van Defensie. Voor 55-plussers is er het bruisende BRAVO! festival met bewegen, workshops en gezondheidstesten. Tijdens het Sportfestival kunnen inwoners gratis sporten uitproberen, waaronder het razend populaire 3×3 basketbal onder leiding van Olympisch kampioen Arvin Slagter.

    Bekende sportambassadeurs geven sportweek extra gezicht

    Om de Nationale Sportweek meer zichtbaarheid te geven, zet Zoetermeer drie sportambassadeurs in: oud-hordeloper en NOS-analist Gregory Sedoc, paralympisch
    sprintkampioen Kimberly Alkemade en zwemtalent Jolie Fransen. Deze topsporters hebben ieder op hun eigen manier een band met de stad en inspireren anderen om in beweging te komen. Ze zijn het gezicht van de sportweek in Zoetermeer en zijn aanwezig bij verschillende activiteiten.

    Zoetermeer in beweging tijdens de Nationale Sportweek

    Zoetermeer laat tijdens de Nationale Sportweek zien dat het een echte sportstad is. De gemeente werkt samen met sportverenigingen, scholen en andere partners om sporten en
    bewegen in de stad zichtbaar te maken. Zo zet Zoetermeer zich in om sport voor iedereen mogelijk te maken, voor jong en oud en in alle wijken. Of iemand nu net wil beginnen met bewegen of al veel sport, er is altijd een plek om actief te zijn. Wethouder Ronald Weerwag (Sport): ‘Ik ben enorm trots dat Zoetermeer is gekozen als host city van de Nationale Sportweek. Sport is zoveel meer dan alleen bewegen, het verbindt mensen en zorgt voor plezier. We nodigen iedereen uit om mee te doen en deze bijzondere week samen te beleven.’

  4. Heftruckopleider BLOM innoveert met veiligheidsdetectiesysteem van Aber

    Reacties uitgeschakeld voor Heftruckopleider BLOM innoveert met veiligheidsdetectiesysteem van Aber

    BLOM opleidingen is in Schiedam gestart met een test van het veiligheidsdetectiesysteem van Aber Solutions. Deelnemers aan de heftruckopleiding ontvangen automatisch een waarschuwing met licht- en geluidssignalen als ze met hun heftruck te dicht in de buurt van de heftruckinstructeur komen. Als dat nodig is, kan het systeem zelfs ingrijpen op de besturing en de rijsnelheid verlagen. De samenwerking met Aber stelt deelnemers in de gelegenheid om zelf de voordelen van deze innovatieve technologie te ervaren, terwijl BLOM hiermee de kwaliteit en veiligheid van de heftruckopleidingen verder vergroot.

    Het veiligheidsdetectiesysteem van Aber bestaat uit ‘beacons’ (bakens in het Nederlands) die eenvoudig in de cabine van alle heftrucks kunnen worden bevestigd. Elke beacon stuurt continu een draadloos signaal uit dat 30 meter ver reikt. Daardoor is het apparaat in staat om de positie van alle andere beacons – en dus van de heftrucks waaraan ze bevestigd zijn – in een straal van 30 meter te detecteren. Als twee heftrucks elkaar te dicht naderen, geven de beacons een licht- en/of geluidssignaal en wordt de snelheid automatisch verlaagd.

    Behalve andere heftrucks vormen ook voetgangers een potentieel gevaar. Daarom kan het systeem worden uitgebreid met draagbare veiligheidstags voor voetgangers die op dezelfde manier werken als de beacons. Als een heftruck en voetganger elkaar te dicht naderen, ontvangt niet alleen de bestuurder maar ook de voetganger waarschuwingssignalen. Voor extra veiligheid levert Aber slimme camera’s die met hulp van artificiële intelligentie (AI) voetgangers herkennen die zich bijvoorbeeld in de dode hoek van de heftruck bevinden.

    Praktijktest in Schiedam

    Op dit moment heeft BLOM opleidingen één Still-heftruck op de opleidingslocatie in Schiedam voorzien van een beacon en een AI-camera. “Het is onze missie als grootste heftruckopleider van Nederland om het aantal heftruckongevallen in Nederland tot nul te reduceren. Behalve onze opleidingen kunnen ook nieuwe technologieën zoals dit veiligheidsdetectiesysteem daaraan een cruciale bijdrage leveren. Hier kunnen onze deelnemers zelf ervaren hoe het systeem werkt en wat het effect op de veiligheid is”, vertelt opleidingscoördinator Marcel Hupkens van BLOM.

    Als het praktijkonderdeel van de heftruckopleiding start, is ook de instructeur beveiligd. Hij draagt een voetgangerstag aan een keycord om zijn nek of als een horloge om zijn pols. “Hij is de enige die tijdens de opleiding door de hal rondloopt. De voetgangstag helpt hem om zijn werk veilig te kunnen uitvoeren”, legt Hupkens uit. “Als de heftruck binnen vijf meter van de instructeur komt, wordt de rijsnelheid automatisch gehalveerd. De bestuurder merkt het dus meteen als het veiligheidsdetectiesysteem in actie moet komen.”

    Zelf veiligheidsmarges instellen

    Het veiligheidsdetectiesysteem stelt beheerders via een online dashboard zelf in de gelegenheid om de veiligheidsmarges in te stellen. Zo is het mogelijk om de bestuurder eerst een lichtsignaal te geven als een andere heftruck tot op 20 of 15 meter is genaderd. Bij 10 meter kan een geluidssignaal worden gegeven, terwijl de beacon bij 5 meter ingrijpt op de aandrijving en de snelheid reduceert tot bijvoorbeeld 3 of 4 kilometer per uur. “Dankzij het gebruik van ultra-wideband-technologie kan de positie van elke beacon met een nauwkeurigheid van 10 tot 15 centimeter worden bepaald”, zegt Matthijs Kram, operations manager bij Aber Solutions.

    In principe is het mogelijk om meerdere AI-camera’s op één heftruck te monteren. De Still-truck van BLOM beschikt alleen over een camera aan de achterzijde. Die is gekoppeld aan de beacon, zodat de bestuurder wordt gewaarschuwd met licht- en geluidssignalen als een voetganger achterlangs loopt. “Alleen als de truck in zijn achteruit staat, wordt de snelheid verlaagd totdat de truck nog maar stapvoets rijdt”, stelt Kram. “De beperking van de camera is dat die alleen voetgangers detecteert die zich in het blikveld van de camera bevinden. De voetgangerstag wordt ook gedetecteerd als de voetganger schuilgaat achter stellingen of pallets.”

    Eerste ervaringen zijn positief

    Dat BLOM Schiedam heeft gekozen als testlocatie, heeft een reden. “Wij beschikken in Nederland over 25 opleidingslocaties. Daarvan is Schiedam één van de drukste”, stelt Hupkens. “We hebben dit veiligheidsdetectiesysteem nu enkele maanden in gebruik. Afhankelijk van de ervaringen besluiten we of we meer trucks en meer opleidingslocaties op deze manier willen beveiligen. De eerste geluiden zijn in ieder geval positief. Iedereen wil de technologie graag uitproberen.”

    BLOM benadrukt dat heftruckbestuurders zelf moeten blijven opletten. Daar worden ze nog steeds op beoordeeld, ook als ze op de heftruck met de beacon rijden. “Het veiligheidsdetectiesysteem is niet meer dan een extra hulpmiddel”, stelt Hupkens. “De licht- en geluidssignalen zijn voor de bestuurder niet meer dan een extra trigger om op momenten van gevaar de juiste acties uit te voeren. Het systeem wijst hem erop dat hij in de buurt van voetgangers zijn snelheid moet aanpassen. En als dat nodig is, moet hij nog steeds zelf op de rem trappen om de truck helemaal tot stilstand te brengen.”

    Met AI naar een hogere kwaliteit

    De samenwerking met Aber past in het streven van BLOM om door voortdurende innovatie de kwaliteit van heftruckopleidingen te verbeteren. Een voorbeeld daarvan is het volledig gedigitaliseerde en geautomatiseerde theorie-examen. Maarten Dullaert, commercieel manager van BLOM opleidingen: “Met de inzet van het veiligheidsdetectiesysteem inclusief AI-camera’s van Aber beginnen we aan een onderzoek naar de mogelijkheden om ook de kwaliteit van het praktijkgedeelte te verbeteren. Het toekomstvisie is een praktijkexamen waarbij we AI inzetten om de kandidaten net als bij het theorie-examen volledig neutraal en onafhankelijk te beoordelen.”

    Over BLOM opleidingen

    BLOM opleidingen is met 22 locaties een van de belangrijkste opleiders in Nederland op het gebied van intern transport. Jaarlijks leiden de instructeurs van BLOM opleidingen meer dan 30.000 cursisten op. BLOM opleidingen heeft als missie om het aantal dodelijke ongevallen rondom de heftruck naar 0 terug te brengen. BLOM opleidingen is NEN-ISO 9001:2015 gecertificeerd, CEDEO erkend voor open inschrijvingen en maatwerk, drager NRTO-keurmerk, trotse partner van de Code Gezond en Veilig Magazijn en gecertificeerd opleider Transport & Logistiek.

    Over Aber Solutions

    Aber zet zich dagelijks in om werkplekken veiliger en efficiënter te maken door het voorkomen van ongevallen en schades door aanrijdingen op de werkvloer. Het biedt geavanceerde technologische oplossingen, in samenwerking met partner Lopos, om risico’s te verminderen en de productiviteit te verhogen. De unieke aanpak combineert jarenlange praktijkervaring met innovatieve technologie, zodat Aber bedrijven kan ondersteunen bij het creëren van veilige, compliant en efficiënte werkomgevingen.

  5. Doede Hardeman vertrekt als hoofd collecties

    Reacties uitgeschakeld voor Doede Hardeman vertrekt als hoofd collecties

    Na bijna twintig jaar neemt hoofd collecties Doede Hardeman afscheid van Kunstmuseum Den Haag. Per 1 november treedt hij aan als museumdirecteur van Singer Laren. Doede Hardeman begon in 2006 als conservator moderne kunst bij het Kunstmuseum en werd in 2016 hoofd collecties. In deze rol gaf hij richting aan het collectiebeleid en leidde hij een breed en toegewijd team van conservatoren, restauratoren en collectiemedewerkers.

    Met de organisatie van een groot aantal (inter)nationale tentoonstellingen negentiende-eeuwse kunst, moderne kunst en naoorlogse- als eigentijdse kunst, waaronder Alexander Calder – de grote ontdekking Rodin tot Bourgeois – sculptuur in de twintigste eeuw en Kleur ontketend – moderne kunst in de Lage Landen 1880/1914 wist Doede Hardeman kunstenaars en kunststromingen voor een breder publiek toegankelijk en geliefd te maken. Ook speelde hij een sleutelrol bij de verwerving van bijzondere werken, waaronder het strandgezicht van Max Beckmann, de Delftse aardewerken bloemenpiramides en recent een groep schetsen van Marlow Moss.

    Margriet Schavemaker, algemeen directeur van Kunstmuseum Den Haag, over het vertrek van Doede Hardeman:

    “Doede’s kennis van de collectie en geschiedenis van het Kunstmuseum en zijn prachtige tentoonstellingen zijn van onschatbare waarde. We gaan hem natuurlijk enorm missen en zijn tegelijkertijd supertrots dat hij zo’n mooie stap maakt. De collecties van Singer Laren en Kunstmuseum Den Haag hebben veel mooie dwarsverbanden dus we hebben afgesproken dat waar mogelijk we de handen ineen zullen slaan.”

    Doede Hardeman over zijn vertrek:

    “Ik ben dankbaar voor alle kansen die ik bij Kunstmuseum Den Haag heb gekregen en alle ervaringen die ik hier heb opgedaan. Deze fantastische verzameling, het geweldige team en het prachtige gebouw ga ik vreselijk missen. Maar na 19 jaar is het tijd voor een nieuw hoofdstuk in mijn loopbaan. Ik kijk er enorm naar uit om samen met het team Singer Laren vanuit deze prachtige nieuwe plek de liefde en passie voor kunst met het publiek verder te kunnen delen.”

  6. 24 UUR SPORTEN VOOR GEZINNEN MET EEN ZIEK KIND: RECORDOPBRENGST VOOR RONALD MCDONALD HUIS DEN HAAG EN HUISKAMER DELFT

    Reacties uitgeschakeld voor 24 UUR SPORTEN VOOR GEZINNEN MET EEN ZIEK KIND: RECORDOPBRENGST VOOR RONALD MCDONALD HUIS DEN HAAG EN HUISKAMER DELFT

    Haagse en Delftse teams halen samen €167.000 op tijdens HomeSport Events 2025. Afgelopen weekend, op 28 en 29 juni, vond HomeSport Events 2025 plaats: de unieke 24-uurs
    sportuitdaging van het Ronald McDonald Kinderfonds. Een recordaantal van 1.250 sporters in 101 teams kwam in actie – waarvan maar liefst tien teams uit Den Haag en Delft. Daarmee is het de grootste regionale deelname ooit voor Ronald McDonald Huis Den Haag en Huiskamer Delft.

    Sporten voor het goede doel

    Acht teams liepen, fietsten of wandelden voor het Ronald McDonald Huis Den Haag in het Juliana Kinderziekenhuis. Voor het eerst zetten ook twee teams zich in voor de Huiskamer
    Delft in het Reinier de Graaf Gasthuis. Een bijzondere stap, die betekent dat nog meer families met een ziek kind opgevangen kunnen worden terwijl hun kind in het ziekenhuis ligt.
    De start en finish van het evenement vonden plaats bij het Friends Sportship Centre in Amsterdam, ter ere van het 40-jarig bestaan van het Ronald McDonald Kinderfonds en Huis Emma Amsterdam.

    Opbrengst zorgt voor open deuren

    Samen zamelden de Haagse en Delftse teams een indrukwekkend bedrag van €167.000 in. Daarmee kunnen Huis Den Haag en Huiskamer Delft hun deuren nog minstens één jaar
    openhouden voor families in een moeilijke periode. En de teller loopt nog – doneren kan tot en met 1 augustus.

    Dag en nacht door Nederland

    Tijdens HomeSport Events zetten de deelnemers in estafettevorm een indrukwekkende en sportieve topprestatie neer: 500 km fietsen, 240 km hardlopen of 120 km wandelen, verdeeld over 24 uur – en dat dwars door Nederland, zowel overdag als ’s nachts. Nieuw dit jaar was de introductie van een combinatieteam: deelnemers konden wandelen, fietsen én hardlopen binnen één team, over een totale afstand van 280 kilometer. Ook binnen de Haagse en Delftse delegatie werd van deze vorm gebruikgemaakt. Deelnemers reageerden enthousiast: “Pittig, maar de afwisseling maakte het extra bijzonder.”

    Sterke Haagse en Delftse vertegenwoordiging

    Op zaterdagmiddag om 13:00 uur gaven ambassadeurs van het Kinderfonds Robert ten Brink, Yvon Jaspers en Jan Versteegh, samen met Jos van Kempen, Director Franchising &
    Development McDonald’s Nederland en Renate Westerlaken-Loos, directeur van het Kinderfonds het officiële startschot. Daarna gingen honderden sporters van start, met één doel
    voor ogen: zoveel mogelijk gezinnen ondersteunen tijdens een zware tijd. De Haagse en Delftse deelname was groter dan ooit. Onder de deelnemers bevonden zich drie teams van de Johan de Witt Scholengroep, twee teams van Innova Energie BV, een team van netwerkclub Vrijheid Blijheid Borrel, twee teams van de Business Breakfast Club DelftWestland, en nog eens twee teams met vrijwilligers, oud-gasten en sponsoren van het Ronald McDonald Huis Den Haag en Huiskamer Delft.

    Wil jij ook iets betekenen?

    De volledige opbrengst van HomeSport Events gaat naar de Ronald McDonald Huizen, Huiskamers en vakantiehuizen. Doneren aan een team kan nog tot 1 augustus. Wil je volgend
    jaar zelf meedoen? Aanmelden kan al via www.homesportevents.nl

  7. Nationale-Nederlanden benoemt Maud Martens en Derek Mol bij HeinenoordZicht Groep

    Reacties uitgeschakeld voor Nationale-Nederlanden benoemt Maud Martens en Derek Mol bij HeinenoordZicht Groep

    Nationale-Nederlanden benoemt per 1 juli 2025 Maud Martens als Chief Executive Officer (CEO) en Derek Mol als Chief Financial and Risk Officer (CFRO) bij HeinenoordZicht Groep. De benoemingen zijn een belangrijke stap in het samengaan van Heinenoord Holding en Zicht, risico- en verzekeringsadviseurs.

    Maud Martens is sinds 2023 CEO van Heinenoord Holding. Onder haar leiding is het bedrijf getransformeerd tot een stabiele en toekomstgerichte speler. Ze speelde een centrale rol in de integratie van verschillende bedrijfsonderdelen, versterkte de IT-structuur en bereidde het bedrijf voor op nieuwe wet- en regelgeving. Eerder was Martens Chief Operations Officer bij ABN AMRO Verzekeringen (AAV), waar zij een brede transformatie leidde richting een klantgerichte en digitale organisatie. Daarvoor vervulde zij diverse managementfuncties bij OHRA, Delta Lloyd en ING, zowel in Nederland als internationaal.

    Derek Mol is sinds 2022 CFRO van Heinenoord Holding en in deze rol verantwoordelijk voor de financiële aansturing van de organisatie en haar dochterondernemingen, en leidt binnen een actieve Buy & Build-strategie die inzet op verdere groei en versterking van de marktpositie. Eerder was hij Program Director voor de Buy & Build-strategie van Human Capital Services bij Nationale-Nederlanden, gericht op de dienstverlening voor werkgevers op het gebied van duurzame inzetbaarheid en welzijn van werkenden. Mol heeft ruime ervaring in financiële sturing, strategie en operationeel management, opgedaan in zowel corporate als mkb-omgevingen.

    Maurice Koopman, CEO Nationale-Nederlanden Schade & Inkomen: ‘We zijn verheugd om Maud en Derek te verwelkomen in hun nieuwe rollen. Hun gecombineerde ervaring en expertise zullen een belangrijke bijdrage leveren aan het succes van HeinenoordZicht Groep. Ik wil Lia Polano-Wijgers bedanken voor de fijne samenwerking en haar toewijding, leiderschap en mooie resultaten gedurende haar tijd bij Zicht. Haar inzet heeft de basis gelegd voor de toekomstige groei van de organisatie.’

  8. VGZ en gemeente Rotterdam verlengen samenwerking Rotterdampakket

    Reacties uitgeschakeld voor VGZ en gemeente Rotterdam verlengen samenwerking Rotterdampakket

    Zorgverzekeraar VGZ blijft ook de komende jaren de uitvoerder van het VGZ Rotterdampakket. Dit pakket is bedoeld voor Rotterdammers met een laag inkomen en hoge zorgkosten. Het biedt uitgebreide vergoedingen en een laag eigen risico, waardoor vooral ouderen en mensen met een chronische ziekte goed geholpen zijn. Na een nieuwe aanbesteding is het contract met VGZ verlengd.

    Uitbreiding Rotterdampakket per 2026

    Wethouder Ronald Buijt (Zorg, Ouderen en Jeugdzorg) is tevreden met de verlenging van de samenwerking: “VGZ is al jaren een betrouwbare partner en het Rotterdampakket voorkomt bij veel inwoners de stress en gevolgen van hoge zorgkosten.” Per 1 januari 2026 breidt VGZ het aanbod binnen het Rotterdampakket en het Compactpakket verder uit. Zo komen er meer vergoedingen voor ergotherapie, wordt het beweegprogramma Beweegplus toegevoegd en komt er een cursus omgaan met stress. In 2027 wordt er een derde pakket geïntroduceerd dat nog beter aansluit op de behoeften van financieel kwetsbare Rotterdammers.

    Samenwerken aan toegankelijke zorg voor Rotterdammers

    Art Beuting, Chief Member Officer bij VGZ, reageert: ”Wij zijn blij dat we de komende jaren kunnen samenwerken met de gemeente Rotterdam. Voor veel Rotterdammers is het belangrijk dat zorg bereikbaar en betaalbaar blijft. In het nieuwe contract zetten we daarom nog meer in op het voorkomen van financiële verassingen. We willen dat leden zonder zorgen naar de tandarts durven te gaan, omdat ze weten waar ze aan toe zijn en welke zorg vergoed wordt. Zo houden we samen de drempel naar de zorg zo laag mogelijk en helpen we gezondheidsverschillen voor de Rotterdammers te verkleinen. Dat past precies bij waar wij als VGZ belangrijk vinden: zorg eenvoudiger en toegankelijker maken, zodat iedereen grip kan houden zijn gezondheid”.

    Ondersteuning bij premiebetaling

    De gemeente Rotterdam blijft meebetalen aan de zorgpremie van het Rotterdampakket. Voor mensen met een bijstandsuitkering kan de premie automatisch worden verrekend, waardoor betaalachterstanden zoveel mogelijk worden voorkomen. Mochten er toch achterstanden ontstaan, dan hebben inwoners zes maanden de tijd voordat de zorgverzekering wordt beëindigd. In reguliere situaties is die termijn twee maanden.

    Het VGZ Rotterdampakket bestaat sinds 2012. In 2019 is het aanbod uitgebreid met het Compactpakket. VGZ en de gemeente Rotterdam blijven zich samen inzetten voor toegankelijke zorg en een gezonder Rotterdam.

  9. Duizenden ontwerpen om tot de juiste keuze te komen

    Reacties uitgeschakeld voor Duizenden ontwerpen om tot de juiste keuze te komen

    OMRT is een Amsterdamse scale-up met inmiddels veel internationale activiteiten. Voor projectontwikkelaars en gemeenten staat een AI-platform klaar om te helpen met relevante data zodat projecten vanaf de start kunnen accelereren met geoptimaliseerde bouwplannen. Dit scheelt enorm in kosten en tijd. OMRT is na 7 jaar groei opnieuw toe aan een groter onderkomen voor de inmiddels 60 werknemers sterke organisatie. Oprichters Andreja Andrejević en Jasper Spiegeler lichten een tipje van de sluier op.

    Hoe werkt het?

    Andreja: “Van elk leeg kavel of te transformeren plek kent ons systeem de regels, wensen, randvoorwaarden en programma’s van eisen. Op basis van wat de gebruiker ingeeft, genereert het systeem zelf een functioneel ontwerp. Op stedenbouwkundig niveau gaat het om de hoeveelheid blokken van een wijk, de geschikte locaties, ligging, hoogtes, straatpatroon en accenten. Op gebouwniveau gaat het over indelingen. Hoeveel woningen passen in een blok? Wat is de verdeling sociale huur en vrijesector? Hoeveel hotelkamers passen er? Hoe kun je de kantoorvloeren inrichten? Hoe relateert dit zich tot de gevel?

    Ons systeem maakt zelf deze ontwerpen op basis van gevalideerde en geactualiseerde data. Dit is waardevol omdat je in een vroege fase niet al te veel ontwerpconsultants nodig hebt. De gegenereerde ontwerpen toetsen we aan allerlei prestatie- en duurzaamheids-eisen. Hoe waait de wind door een gebied? Hoe staat de zon? Wat is de geluiddruk van de weg op de gevel? Wat is het energiegebruik? Hoeveel daglicht komt er binnen? En vooral, is het financieel haalbaar?”

    Wat zijn de voordelen?

    Andreja: “Een project via ons systeem opstarten, verkort de doorlooptijden enorm. Van 18 maanden naar 8 weken is winst waar iedereen bij gebaat is. Er zijn immers niet veel stakeholders meer nodig om de eerste stappen te zetten. Dit is belangrijk want de omgevingsvergunning aanvragen, kan nu sneller plaatsvinden. Alle data die nodig is, komt bij elkaar zonder tijdrovende tussenkomst van derden. Deze output is gevalideerd en getoetst door regelgeving, TNO, gemeentes, ontwikkelaars en brancheverenigingen. En niet onbelangrijk: de praktijk. Gegenereerde resultaten zijn realistisch, zo vinden ook onze klanten in België, Canada, Verenigd Koninkrijk, Duitsland en het Midden-Oosten die inmiddels 8 miljoen vierkante kilometer aan bruikbare gegenereerde ontwerpen afnamen. Kortom, we zijn een succesvolle scale-up.”

    Amsterdam 750 jaar

    Jasper: “Terwijl Amsterdam 750 jaar bestaat, verhuizen wij naar een nieuw groter kantoor, van de Houthavens naar het bedrijvengebouw Rembrandt Park One, aan de Nachtwachtlaan 20 Amsterdam. We verwachten hier minimaal vijf jaar te kunnen blijven. Het gaat goed. We hebben een enorm marktaandeel in de vastgoedwereld, niet alleen in Nederland maar ook in andere delen van de wereld. In de projectdelen initiatie, schetsontwerp en voorlopig ontwerp versnelt OMRT plannen en optimaliseert. Dit scheelt enorm in de kosten en bespaart tijd. Daar heeft de markt behoefte aan.

    Met name het optimaliseren van plannen is belangrijk voor ontwikkelaars. Ze zien snel het rendement van een project. Financiële haalbaarheid is cruciaal voor de doorgang. Bijvoorbeeld om het woningtekort op te lossen en de verdeling tussen sociale huur, middel dure huur en vrije sector zo uit te rekenen dat het project rendeert of zelfs door kan gaan. Ons systeem kan duizenden voorstellen leveren waaruit men een optimale variant kan kiezen. Om te voorkomen dat de gemeente en ontwikkelaar elkaar in de haren vliegen, heeft OMRT vaak een onderhandelingspositie.”

    Informatie

    Kijk op omrt.tech/nl/ en volg OMRT via linkedin.com/company/omrt/ voor berichten, zoals de uitnodiging aan geïnteresseerden om aanwezig te zijn bij een open avondbijeenkomst in mei.

  10. Nationaal Industrie Alarm – Rotterdam laat van zich horen

    Reacties uitgeschakeld voor Nationaal Industrie Alarm – Rotterdam laat van zich horen

    Op de Coolsingel, voor het Stadhuis, luidde havenwethouder Robert Simons vanmiddag om 12.00 uur een minuut lang de scheepsbel als onderdeel van het Nationaal Industrie Alarm. Dat deed hij in het bijzijn van bedrijven, werknemers en vakbonden. Met deze actie wil Rotterdam opnieuw aandacht vragen voor de urgente situatie in de haven en het feit dat Nederland ander beleid voert dan onze buurlanden met o.a. veel hogere energiekosten. Samen met burgemeester Carola Schouten nam Simons een pamflet in ontvangst uit handen van Deltalinqs-directeur Bas Janssen, namens de bedrijven in de haven.

    Niet alleen op de Coolsingel werd alarm geslagen: verspreid over Rotterdam en andere industriële locaties in Nederland lieten bedrijven vandaag letterlijk en figuurlijk van zich horen. Op diverse plekken klonken scheepsbellen, werd getoeterd of trokken bedrijven op andere manieren aan de bel. Deze gezamenlijke acties maken deel uit van het Nationaal Industrie Alarm, een initiatief van een brede coalitie van bedrijven, branches en vakbonden in de Nederlandse (basis)industrie – waaronder veel partijen uit de Rotterdamse haven.

    In het pamflet waarschuwen havenbedrijven dat nieuwe investeringen uitblijven en dat ook innovatieve bedrijven, bijvoorbeeld op het gebied van recycling, onder grote druk staan. Oorzaken hiervan zijn onder meer hoge energiekosten, trage vergunningprocedures, netcongestie en beperkend nationaal beleid. Hierdoor dreigt Nederland internationaal achterop te raken. “Juist de zaken die nodig zijn voor een duurzame toekomst en een sterke industrie staan op slot,” zo staat te lezen in het pamflet.

    De gemeente Rotterdam ondersteunt de actie en stuurde eerder dit jaar, samen met de Provincie Zuid-Holland, al een brandbrief aan het kabinet. “Vandaag vragen we opnieuw met klem aandacht voor de urgente situatie in de Rotterdamse haven. Mede dankzij onze brandbrief zijn er al enkele positieve stappen gezet, maar dat is nog niet voldoende. Voor een sterke industrie, zijn aanvullende maatregelen nodig, zoals een verlaging van de nettarieven en een stikstofvrijstelling voor groene projecten. Zonder die maatregelen staan duizenden goedbetaalde banen, innovatie, kansen voor een duurzame toekomst én onze strategische autonomie op het spel. Rotterdam blijft zich hier met kracht voor inzetten”, aldus Simons.

Zoeken naar: